dinsdag 30 december 2008

Vuurwerk


Boem! Pa-da-ba-da-da-Bam!
Daar ging er weer eentje af. Zelfs de katten schrikken er niet meer van. Het is maar vuurwerk. Dat steken pubers op straat al de hele maand af.

Voor ons betekent het niets. Zolang we er niet te dicht bij staan.

Als je uit een oorlogsgebied komt is dat anders. Dan kan een knal ook iets anders betekenen. Een bermbom. Een landmijn. Een granaat. Een aanslag. Een vuurgevecht. Levensgevaar.

Een vriendin die uitgezonden is geweest naar Afghanistan vertelde hoe ze nu meer dan een jaar later kan denken: “hee, ik heb er nu geen last meer van”. In elk geval is de neiging om in dekking te gaan liggen, of een schuilkelder op te zoeken voorbij. Het rechtop in je bed zitten na een knal of nachtmerrie ook min of meer. “Je bent nu veilig. Maar je denkt er dus toch nog steeds aan.” En zij is voor zover ik weet niet eens in heel direct contact met vuurwapengeweld gekomen.

Ik begrijp dat tegen twintigduizend militairen uitgezonden zijn geweest naar Uruzgan. Veel gaan meer dan één keer. Ik vraag me af hoe zij het oud en nieuw ervaren. Zouden hun families en buren die vuurwerk-verwarring beseffen?

Vluchtelingen uit allerlei landen, zoals voormalig Joegoslavie, Iraq, allerlei landen uit Afrika, die hebben het misschien ook wel. Er zijn nog steeds heel wat brandhaarden en oorlogsgebieden. En diegenen die de vuurwerkramp in Enschede hebben meegemaakt, denken misschien wel heel anders over het Beirut-achtige knallen aan het begin van het nieuwe jaar in Zuid-Amsterdam.

Iemand die in Israel woont is vaak ook wel iets gewend. Een geemigreerde vriend die in Tel Aviv woont zegt dat je went aan het idee dat er elk moment een bom kan afgaan. Maar niet echt natuurlijk. Je drukt het weg. Dat is dan een soort levensgevaarlijk vuurwerk, het hele jaar door. Huuu.

Beroepscriminelen zullen ook wel anders reageren op een knal, denk ik.

Wat hebben we eigenlijk een geluk dat het hier in Nederland al zo lang vrede is.

Geen opmerkingen: