donderdag 18 december 2008

IJsland


Ijsland is groot, wild, woest en mooi. Vulkanen, geisers, eindeloze watervallen, gletsjers, woestijnen. Het is een beetje kaal, dat wel. Er zijn nauwelijks bomen. En nu ook niet meer zoveel geld.

Vorige zomer zwierf ik met mijn schoonvader over het eiland in een terreinwagen. Dat is geen overbodige luxe buiten Reykjavik, want de meeste wegen bestaan uit scherpe gravel. Dus buiten de randstad heeft iedereen een Pickup, Jeep, Landcruiser of Landrover. Dat ziet er een beetje uit alsof je in de PC Hooft rijdt. Maar op IJsland worden de wagens ook echt gebruikt om dwars door rivieren te rijden, en niet alleen om drempels te slechten.

Dat de economie van Ijsland vreemd aan doet voor iemand van het vasteland merkten we toen ook al. Alles was er schrikbarend duur, vooral het eten. De meeste mensen daar hebben naast hun baan daarom ook een bijbaantje. Als toerist ga je ook zo door je budget heen. Wij kregen zelfs het gevoel dat we eigenlijk de helft te veel betaalden voor de Ijslandse munt.

Waarom die prijzen zo hoog zijn begreep ik pas later. Ijsland heeft een eiland-economie. Ze moeten bijna alles importeren wat ze nodig hebben. Ze zijn afhankelijk. Omdat ze weinig kunnen bieden aan het buitenland, moeten ze als land voorzichtig zijn met de inkopen. En ze moeten alle buitenlands geld binnen harken wat ze kunnen. Want alleen daarmee kun je spullen die je nodig hebt importeren.

Maar nu is het mis. Met het instorten van Ijslandse banken is het geld nog opper dan op. En Ijsland heeft al een tekort op de handelsbalans. Ze moeten stelselmatig meer invoeren dan het buitenland van hen wil hebben. Dat wordt zo nog een donkerder winter dan anders.

Ik vraag me af. Zo'n mooi land moet je toch in stand houden. Zouden we het niet kunnen subsidieren? Het tekort is maar tussen de één en twee miljard euro per jaar. Dat is een schijntje vergeleken met de sommen die nu aan vallende banken worden gespendeerd. Zeker als je die miljarden omslaat over heel Europa.

Natuurlijk kun je roepen dat ieder land voor zichzelf moet zorgen. Dat de markt verstoord wordt als je zo subsidies uitreikt. Of dat de Ijslanders dan maar meer hun best moeten doen om zelfvoorziend te zijn. Wellicht dat ze maar op een houtje moeten bijten tot de cijfers wel kloppen.

De bevolking van Ijsland is net zo groot als die van de stad Utrecht. Zo'n 300,000 mensen. De stad Utrecht is ook niet zelfvoorziend. Er wordt niet genoeg voesel verbouwd. Er wordt zelfs bijna geen voedsel verbouwd. Er wordt geen olie of andere grondstof gewonnen. Er wordt heel weinig tastbaars geproduceerd. Er vindt wel veel transport plaats en er is een beetje toerisme.

Als je de stad Utrecht als een onafhankelijk land zou beschouwen, dan was hun handelsbalans waarschijnlijk waardeloos. Hun enige hoop zou liggen in het heffen van een flinke tol op hun ringweg. Anders zouden de inwoners van Utrecht moeten omkomen van de honger. Want niemand zou de Utrechtse munt willen kopen.

Utrecht subsidieren we stiekem wel. Want de stad maakt gewoon deel uit van Nederland.

Waarom zouden we niet hetzelfde doen met natuur-reservaat Ijsland? Ijsland maakt ook deel uit van Europa. We hebben een bevolking van bijna 500 miljoen in de EU. Als we allemaal vijf euro per jaar bijdragen, hebben we al meer dan twee miljard. Dan is het voortbestaan van Ijsland gegarandeerd. Ze hoeven dan niet hun zee leeg te vissen om geld te verdienen.

Vijf euro de man. En als we de eerste paar jaar nog eens vijf euro de man doen, dan zijn alle verloren bedragen in Icesave ook goed gemaakt.

Geen opmerkingen: