zaterdag 30 augustus 2008

Mest


Krab, krab, krab. Onze grijze kater – we hebben ook een rode – begraaft iets tussen de planten in de tuin. Kattepoep, natuurlijk. Heel precies had hij zich tussen de planten gepositioneerd, boven een zelf gegraven gat. En nu begraaft hij het weer. Onder donkere, droge aarde.

Eigenlijk zou ik misschien boos moeten worden. Maar in plaats daarvan besluit ik hem te vragen waarom hij dit toch doet.
“Heb je ergens geleerd om dit zo te doen?”
Hij zegt helemaal niets.
“Of zit het in je genen, dat je je poep in de tuin moet begraven?”
De grijze kater doet alsof ik niet besta. Dat kan hij heel goed.

Jammer. Ik had best willen weten waar hij deze briljante kennis heeft vergaard. Als ik zijn poep namelijk netjes laat liggen, vind ik er over drie of vier weken niets meer van terug. Ook niet als ik ga graven. Het is dan helemaal verteerd. En de aarde waarin het is verteerd is dan ook nog bemest. De plantjes zullen er alleen maar beter op groeien. Eigenlijk is het dus heel slim en ecologisch verantwoord, wat hij doet. Hij is een echte eco-kater.

Misschien zouden wij onze poep ook zo moeten begraven, in de droge aarde. Want het is namelijk droge aarde die poep verandert in nog meer vruchtbare droge aarde. Anderhalve eeuw geleden concludeerde een engelse dominee dit na nauwkeurige observatie. Ik weet niet of hij ook een grijze eco-kater had, maar hij heette in elk geval Henry Moule.

Moule knutselde een contraptie in elkaar met een emmer en een stortbak met aarde er in. Hij deed er een toiletbril bij, en voila, hij had het Aarde-Toilet uitgevonden. Of de Earth Closet, kortaf E.C., in tegenstelling tot de Water Closet of W.C. Als je doortrok kwam er een afgemeten hoeveelheid droge aarde op je uitwerpselen en je toiletpapier, en de stank was zo direct weg. Af en toe - ik denk wel een paar maal daags - moest je je emmertje legen, en dan liefst ergens waar je de tuin nog wilde bemesten.

Schoon en zonder water te verspillen. Moule vond zijn toilet dan ook veel beter dan de Water Closet. Een water toilet voert de uitwerpselen alleen snel af door het riool, maar verwerkt het niet. Moule probeerde zijn bemestte aarde uit in zijn tuin, en ontdekte dat het beter werkte dan kunstmest. Tussen 1850 en 1900 is er nog een ware race geweest tussen de E.C. En de W.C. Nu weet nauwelijks iemand nog dat het een alternatief was. Ik wist het in elk geval niet.

Moule had zelfs becijferd dat een gezin gemiddeld 50 kilo gedroogde aarde nodig zou hebben per week. Dus een stad als Amsterdam zou 15000 ton aarde in een week nodig hebben – beetje afhankelijk van de gezinsgrootte toen en nu - of 770 miljoen kilo per jaar. Natuurlijk zijn dat maar geleende kilos, want nog iets meer zou terugkomen als mest. En iedereen zou het in zijn eigen tuintje kunnen gooien. Ziektes zouden zich ook niet zo snel zouden verspreiden, want de aarde blijft in eigen tuin. En iedereen heeft lekker veel groen in zijn omgeving, zo.

Maar ja, in Amsterdam heeft bijna niemand een tuin, dus dat is dan niet praktisch. Voor kattebakken gaat het misschien nog net om een droge toiletvulling te gebruiken. Maar voor al die mensen die er wonen? Nee, dan moeten we toch maar blijven doorspoelen. Met vijftig kilo drinkwater per dag, in plaats van vijftig kilo aarde per week. Jammer.

Ik mijmer nog wat of wij zelf niet zo'n ding moeten bouwen. Op internet zijn vast bouwtekeningen te vinden van het originele patent. Zou onze tuin groot genoeg zijn? Waar zouden we onze aarde moeten drogen? Op de centrale verwarming? Gewoon zand werkt niet. Het moet wel aarde zijn zoals die waar plantjes in groeien. En waar zouden we het ding neer moeten zetten?

Ondertussen graaft nu ook de rode kater een kuil in de tuin. Ook hij wil een eco-kater zijn.
Maar mijn vrouw roept hem ter verantwoording.
“Foei! Moet je zien wat hij met de planten aan het doen is! Mispunt!”


bronnen o.a.:

Adam Hart-Davis & Paul Bader, 1997, The book of Victorian Heroes
Elmina T. Wilson, 1906, Modern conveniences for the farm home
en.wikipedia.org/wiki/Henry_Moule