maandag 18 februari 2008

Koekenpan


Ik heb een nieuwe koekenpan gekocht, om pannenkoeken te bakken. Of eigenlijk om panne-koeken te bakken. Want ik vind het een beetje raar om meer dan één pan te benutten voor een enkele koek. Pannen-koek. Rare nieuwe spelling.

Onze oude koekenpan (mag het ook gewoon koekepan zijn?) is namelijk stuk. De stevige dikke bodem is nog heel, dat is het niet. Die kan nog jaren mee. En zelfs de anti-aanbaklaag doet het eigenlijk nog prima. Niet zo goed als in het begin misschien, maar er zijn ook geen grote hoeveelheden olie nodig om te voorkomen dat pan en gebakken ei een eeuwige verbintenis aan gaan. Neen, veel eenvoudiger: de steel is stuk.

De steel valt namelijk steeds van de pan af. Of eigenlijk: de pan valt met veel geraas van de steel af. En dat is niet alleen jammer van het eten. Het vergt ook de nodige behendigheid om tenen gespaard te laten. Zuinig van inborst en eigenwijs bovendien, heb ik al een aantal malen de steel gerepareerd.

De gebruikte schroef was namelijk een halve centimeter te kort. Dat zal wel flink in de prijs gescheeld hebben. Niet natuurlijk. Elke keer als de pan iets te warm werd schoot de schroef los. En pannen zijn er nu eenmaal om warm te worden. Dus, een nieuwe schroef er in, en de pan was weer een half jaar als nieuw.

Een half jaar, want gaandeweg wiebelde de steel zich bij elke verhitting zo los dat de schroefdraad van de pan het ook begaf. Nu draait de steel met gemak 180 graden. Dat bakt toch niet prettig.

Nu nam ik me voor om een duurdere, betere koekepan te halen. Vooral eentje waar de steel anders op gemonteerd is. Vast gelast, in één stuk gesmeed en met klinkbouten of anderszins voor eeuwig vastgenageld. Maar waar mijn vorige pan drie tientjes kost, kost eentje met een beter vergrendelde steel tien tientjes.

En dat verschil was me nu even te veel. Vertwijfeld zocht ik er dus maar naar eentje met een betere steel en dan zonder anti-aanbaklaag, maar wel met dikke bodem. Dat zou vast goedkoper zijn? Nee, vijftien tientjes. In de anti-aanbaklaag zit het prijsverschil dus niet. Integendeel.

Op de twijfelachtig bevestigde steel van de goedkope pan lees ik “Made in Italy”. De dure pannen komen natuurlijk uit Duitsland en de VS. Het is al net als met wasmachines. Iets verder op de steel staat “Nicht uberhitzen”. Het is een meertalige pan.

Maar hoe weet je nu of je een koekepan oververhit? Als het te laat is? In de bijgevoegde nederlandstalige handleiding staat het ook. “Kook nooit met oververhitting, verhit de pan nooit zonder inhoud.” De waarschuwingen zijn allemaal om de anti-aanbaklaag intakt te houden: ook niet krassen en schuren dus. Maar over de steel wordt niet gerept. En juist die steel heb ik leren kennen als zwakker punt bij deze zware koekepannen.

Dilemma. Om goed te bakken moet je juist de pan wel vooraf goed heet maken. Dan bakt het sowieso minder aan, en de pannekoeken worden mooier en lekkerder. Maar dan is er dus de kans dat je oververhit. Eigenlijk staat er dus een beetje: “niet gebruiken, want dan gaat ie stuk”.

Je kunt ook besluiten niet te leven, want daar kun je dood van gaan. Ik waag het er dus maar op.

Ondertussen vraag ik me af of de duurdere pan het langer zou uithouden. Om zijn prijs goed te maken zou hij minstens drie keer zo lang goed moeten blijven, want hij is ruim drie keer zo duur. De steel redt dat wel. Maar voor de anti-aanbaklaag weet ik het niet. Als je er mee kunt omgaan is de zware pan zonder laagje waarschijnlijk het meest duurzaam. Die koop je dus maar één keer. En dus kun je daar ook maar één keer je winst op maken. Misschien is hij daarom vijftien tientjes.

De goedkope pan gaat over een paar jaar wel weer stuk. Daar koop ik er vast nog wel meer dan vijf van in mijn leven. Tenzij hij natuurlijk een betere steel had gehad. Want dan bleef hij wel langer goed. In productiekosten zou dat misschien niet eens zoveel schelen. Ik zou er dan alleen vier pannen minder om kopen.

Treinstel


“Goedenavond!”
De alcoholdampen komen mij tegemoet. Maar het is duidelijk vriendelijk bedoeld.
Eerst dacht ik dat de conducteur er aan kwam, maar het zijn twee beschonken heren. Zij wensen iedereen in het treinstel een goede avond. Iedereen in de laatste trein naar huis op vrijdag.

Op de bankjes achter me vervolgen ze hun conversatie. Of ze elkaar echt kennen wordt me niet duidelijk. Maar ze wisselen hun hele levensloop uit. Zo te horen komen ze gewoon uit het volk. Eenvoudig, maar niet dom. Niet hoog opgeleid, maar wel goed opgevoed. En met een stevig accent, natuurlijk.

Op een gegeven moment vertelt de jongste van de twee hoe hij zijn huis ooit kocht voor zestigduizend gulden. En hoe hij het kort geleden verkocht voor twee-en-halve ton in euro's. Dan steek je samen met je partner toch elk een ton winst in je zak. Een ton euro's per persoon wel te verstaan. Ik klapper even met mijn oren.

Natuurlijk, die belachelijke stijging van de huizenprijzen was niet nieuw voor me. Het huis dat wij enkele jaren terug kochten was in dertig jaar twintig keer zo veel waard geworden. En de eigenaar had er echt niet zoveel aan gedaan om het te verbeteren. Huizen lijken wel het enige bezit dat meer waard wordt naarmate het aftakelt en gebruikt wordt. Oud land en oude huizen zijn duur.

Nee, dat verraste me niet. Wel dat zulke “gewone” mensen ook huizen kopen. En dat ze vervolgens de winst in hun zak steken. Natuurlijk doen ze dat. Maar een ton klinkt in mijn oren toch als veel geld. En veel geld associeer ik niet met volks.

“Verkopen moest wel” gaat hij verder, want ze gingen scheiden. Nu huurt hij een flatje, en dat vindt hij wel best. Wat wel rot was dat ze kinderen hadden. “Hoe bedoel je?” vraagt de ander “wilde je geen kinderen?”. Nee, dat was het niet. Natuurlijk zijn zijn dochters te gek. “Nee, scheiden en kinderen, dat is gewoon... gewoon klote.”

Gelukkig. Hij huurt. Dat ken ik wel van volks. Maar wat doet hij dan met de ton winst? Geen huis kopen in elk geval, want de andere huizen zijn natuurlijk ook in prijs mee gestegen. Dus zoveel winst is die ton dan ineens ook niet meer.

De oudere man vertelt hoe hij zijn huis van zijn ouders kocht. Hij werd voor gek versleten door zijn familie, want het was een bouwval. Maar vijftien jaar later was iedereen jaloers op hem toen hij het verkocht. Hij had er al die jaren in geklust natuurlijk, dus hij verdiende het wel, vond hij zelf. Ook hij had erg veel winst gemaakt. Hij had er een huisje in Frankrijk van gekocht.

Ja, zeker als je kunt klussen is een huisje in Frankrijk een leuke optie. Of naar Belgie verhuizen in een groter huis. Of een camper kopen en de wereld rond gaan rijden. Als je maar niet in dezelfde huizenmarkt blijft als het huis dat je verkoopt. Natuurlijk. Maar het blijft bizar, zo'n spaarpothuis.

De jongere man woont niet zo ver weg. Hij is in de buurt gebleven voor zijn kinderen. Dat is wel prima. En hij werkt ook nog gewoon en dan niet in een te moeilijke baan. Promotie heeft hij afgeslagen, want zo houdt hij meer tijd over voor zijn dochters. Voorlopig moet het maar even zo. Over een paar jaar gaat hij wel aan zichzelf denken.

We rijden het station van hun bestemming binnen. Het is bijna een uur 's nachts.
“Zullen we nog even de kroeg in duiken?” vraagt de oudere.
“Nee... ik moet morgen vroeg op.”
“Hoe vroeg dan?”
“Ach, negen uur ofzo. Mijn dochters komen langs.”

zondag 17 februari 2008

Drakentanden


Het is prachtig zonnig weer, bijna alsof het lente is in februari. We rijden in een klein roze autootje door de oostelijke Ardennen naar de Eifel. Ik ben met een paar vrienden op zoek naar drakentanden.

Die tanden moeten er zijn volgens mijn boekje. Het staat er echt. Op wat eens de grens tussen Belgie en Duitsland was moet het wemelen van de drakentanden. Ze liggen in kilometers lange rijen als getuigen van een ver verleden. Mijn vrienden geloven het niet.

Maar ze rijden wel met me mee.
“Hoe zien ze er dan uit?” vragen ze.
“Als drakentanden” zeg ik. Ze staren me aan in ongeloof.
Nou goed, als kleine piramides dan. Of als Toblerones. Maar dan van gewapend beton. Ze zijn ongeveer een meter hoog, en staan in blokken langs de grens. Het zijn anti-tank versperringen.

De Duitsers legden ze aan voor en tijdens de tweede wereldoorlog, om een eventuele vijand tegen te houden. De drakentanden werden afgewisseld door prikkeldraad en bunkers. Ze noemden het de Westwall. De geallieerden noemden het de Siegfried-linie. Van Nederlands Limburg tot Zwitserland lag een muur van verdedigingswerken die het hart van Duitsland moesten beschermen.

We doorkruisen meer dan eens de vroegere linies. We kijken links en we kijken rechts. Maar we zien niets. Niets behalve glooiende heuvels, groepjes en rijen bomen, kleine stukjes bos, boerderijen, dorpjes, weggetjes. Heb ik verkeerd gelezen? Nee. De kaart klopt echt. Zouden de drakentanden weg gehaald zijn? Zwaar gewapend beton haal je niet zomaar weg.

Mijn vrienden beginnen openlijk te twijfelen of ze er ooit wel geweest zijn, die drakentanden. Ze stellen dat die gevechten om de Siegfriedlinie misschien niet eens hebben plaatsgevonden. Het is natuurlijk scherts. “We ontkennen gewoon het gebeuren van de hele tweede wereldoorlog” lachen ze. Maar we zien nog steeds niets. Stel je voor dat ze gelijk zouden hebben met hun grap.

Volgens hetzelfde boekje moet er in dit gebied een enorme strijd gewoed hebben. Het geallieerde front liep hier in de herfst van 1944 helemaal vast. Engelse Maarschalk Montgomery had geprobeerd de brug bij Arnhem in te nemen om zo via een omweg Duitsland in te kunnen. Dat was jammerlijk mislukt. En nu was de beurt aan de Amerikanen. Die probeerden het in dit gebied. Duizenden soldaten wandelden tussen Aken en Luxemburg het bos in, om finaal afgeschoten en opgeblazen te worden. De Duitsers hadden niet alleen overal bunkers en drakentanden neergezet, maar ze hadden het ook volgepropt met mijnen. En ze kenden het gebied als hun broekzak, want ze hielden er vaak militaire oefeningen. Vijftigduizend Amerikanen sneuvelden of raakten zwaargewond binnen vier maanden. Dat zijn er ongeveer net zoveel als in de hele Vietnam oorlog. Vijftigduizend. En de meeste geschiedenisboeken noemen deze mislukte campagne niet eens.

Een bunker die een van ons zag blijkt een betonnen duiker te zijn. Geen bunker dus. Als er hier zoveel geknokt is, waarom zien we er dan niets meer van? Hebben ze overal zand er over gedaan, letterlijk? Wilden sommige mensen vergeten wat hier gebeurd was? Wilden sommigen het zo hard vergeten dat ze het uit de geschiedschrijving hebben geprobeerd te houden?

Of was het echt niet echt? Zijn die vijftigduizend Amerikaanse slachtoffers verzonnen? En de duizenden gesneuvelde Duitse soldaten en gedode burgers ook?

Ik kijk nog eens heel goed naar de routebeschrijving. We moeten ze in elk geval kunnen zien op de weg langs Losheimergraben en Losheim. We rijden er naar toe. Skeptisch.

Ten noorden van de weg liggen ze. Op vijftig meter afstand ongeveer. Eerst een verborgen klustertje. Dan nog een. En nog een. Dan zijn er eindeloze rijen verhuld tussen parallel geplante bomen. Drakentanden. Ze bestaan wel.

Verderop, niet ver van een parkeerplaats waar we al eerder hadden gestaan vinden we de Westwall-wandelroute. Op de heuvelrug van de Schnee-Eifel, bij Schwartze Mann is een van de wandelroutes specifiek langs de vele bunkers die er nog liggen. Als we er naar toe lopen zien we eigenlijk niets. Alleen een groen hek. Een groen hek, waarvoor eigenlijk? Het hek staat om een bunker heen. Het ingestorte dak ervan is meer dan een meter dik. We waren er zo voorbij gelopen. Zo onopvallend zijn die bunkers dus. Nu ze overgroeid zijn zeker. Een paar honderd meter verder is er weer eentje, ook met een hek er omheen. Zo gaat het nog kilometers door.

In het plaatsje Auw zien we de graven van bijna tweehonderd Duitse soldaten, allemaal gesneuveld tijdens hun tegenoffensief rond kerst 1944. In die tijd waren er in Auw misschien niet eens zoveel inwoners. En dat is de begraafplaats van een enkel dorpje.

Nog jaarlijks worden er in dit gebied rond een half miljoen stuks verdacht materiaal gevonden. Roestige, soms nog niet ontplofte bommen, granaten en mijnen. In Belgie zijn er zelfs ophaalpunten waar wekelijks gevaarlijke spullen worden opgepikt. Een soort chemokar, maar dan anders. Het ligt nog vol. En dat is van meer dan zestig jaar geleden. Gewoon in de Ardennen.

Bronnen o.a.:

The battle for the German frontier, 2000, Charles Whiting
A dark and bloody ground, the Hurtgen forest and the Roer river dams 1944-1945, 1995, Edward G. Miller

woensdag 6 februari 2008

Rijk


Het regent buiten. Harde, koude regen hamert op het pannendak. Ik ben lekker binnen. Ik voel me rijk.

Dan bedoel ik niet in financiele zin rijk. Hoewel dat natuurlijk ook belangrijk is, want er zijn net wat betalingen binnen, dus de accute geldnood is even over. Die financiele adem is ook heel fijn. Dat geeft vooral tijd om te genieten, en tijd is een nog veel belangrijker goed.

Als ik om me heen kijk zie een grote zolder, vol met spulletjes die ik leuk vind. Bijna te vol. Het is een overvloed. Beneden is een bibliotheek met honderden boeken, vol met kennis: heerlijk! Een keuken vol met fijn eten, een groot simpel fornuis, een ruim aanrecht. Zelfs als het niet opgeruimd is, is er ruimte om meer eten of servies neer te zetten. Binnen zekere grenzen dan.

Onze kleuter- en peuter-dochter hebben samen al meer speelgoed, spulletjes, roze kleertjes, knuffels, boeken en speelfilms dan ik in de eerste tien of vijftien jaar van mijn leven. Zo voelt het in elk geval, maar dat kan ook komen omdat ze het zo snel en efficient door het hele huis weten te verspreiden.

Bizarre overvloed. Een eettafel om vrienden aan te ontvangen, met plaats voor een dozijn als het moet. Vrienden die ook werkelijk langskomen om te genieten van de goddelijke maaltijden die mijn vrouw (mijn vrouw?) bijna elke zaterdag kookt.

En ons bed: groot en comfortabel. Wat slaapt dat fijn, zelfs als onze slaap vaak wordt onderbroken door onze geweldige maar soms wat slapeloze dochters. Een goed matras doet wonderen, vooral dat dure maar duurzame dekmatras. En dan nog wakker worden naast iemand die je leuk vindt ook!

Te mooi? Ik geniet in elk geval. Waar ik het meest van geniet is misschien nog wel de ruimte. Ruimte en de rust om daar van te kunnen genieten. We hebben bij elkaar een tuin van 150 vierkante meter, en een woonruimte van 120 vierkante meter. Een beetje Amerikaan lacht me natuurlijk uit, althans als hij buiten de stad woont. Dan is zijn tuin minstens honderd meter diep en dertig breed, en dat is dan klein. Maar voor onze dichtbevolkte randstad is het groot.

Zeker voor iemand die jaren lang op 26 vierkante meter woonde, zonder buitenruimte. Hartje Amsterdam, dat wel. Vaart der volkeren enzo. Maar ruimte is toch wel erg fijn. Heel erg fijn. Want ruimte hebben we in Nederland niet.

Reken maar na. Nederland bestaat 41,528 vierkante kilometer. Als je het water niet meerekent blijft er 35,054 vierkante kilometer over. En daar moeten dan wegen af, bedrijven, natuurgebieden. Wegen nemen zo'n 2% van het geheel, en de rest? Laten we zeggen dat het de helft is die we overhouden om te kunnen verdelen.

Dan blijft er dus zo'n 17,000 vierkante kilometer over voor zeventien miljoen mensen. Een vierkante kilometer is duizend maal duizend vierkante meter, dus dan is er voor elk van ons als we eerlijk delen: 17,000,000,000,000 gedeeld door 17,000,000,000. Dat is dan maar 1,000 vierkante meter per persoon. He?!?

Duizend vierkante meter? En dan reken ik bouwen in de hoogte nog niet eens mee. Duizend vierkante meter per persoon, dat is vierduizend vierkante meter voor een gezin van vier! Dat is bijna een halve hectare. We zitten nu op een twintigste daarvan, en dat voelt al als bizar rijk.

Reken ik verkeerd? Hmm. Nee. Waar gaat al die ruimte dan heen? Braakliggend terrein rondom Almere? Lege ruimte in de achterhoek? Vliegvelden? Sportvelden? Ik had de helft van ons areaal al gereserveerd voor dat soort zaken. Naar de kippen, varkens en koeien gaat het in elk geval niet, want die hebben vaak nog minder ruimte per individu dan wij. Dus waar is die ruimte?

Stel je voor dat we zouden ontdekken waar al die ruimte is gebleven! Dan zouden we het eerlijk kunnen verdelen. Dan waren we nog rijker!

maandag 4 februari 2008

Detox


Het is roze en het staart me aan. Dit keer is het niet mijn oudste dochtertje, wiens eerste volzin was “papa, ik vind roze mooi”. Het is een knalroze bericht. “Heel Nederland is aan het Detoxen”. Dat moet nu net mij overkomen. Heel Nederland is aan het Detoxen, en ik heb het gemist.

Het zal wel komen omdat ik niet genoeg televisie heb gekeken. Dan weet je niet meer wat er gebeurt. BN-ers schijnen ook mee te doen. Dat moeten ze dan wel allemaal zijn, want bekende Nederlanders horen natuurlijk ook bij heel Nederland. Ze houden zelfs een weblog bij, een electronisch dagboek op het internet. En ze zijn al begonnen! Zonder mij!

Hoe weten ze nu dat heel Nederland aan het Detoxen is? Zouden ze een steekproef hebben genomen? Of een volks-telling? Mij en mijn huisgenoten is niets gevraagd. En mijn buren, vrienden en kennissen voor zover ik weet ook niet. Misschien bedoelen ze wel bijna heel Nederland. Ja, dat zou kunnen. Bijna. Iedereen behalve de mensen die ik ken.

Dat gebeurt me op zich wel vaker. Toen er gestemd moest gaan worden voor of tegen een Europese Grondwet was dat ook zo. Nog voordat iemand mij kon vertellen wat die Europese Grondwet dan in zou houden, of uberhaupt dat er voor gestemd moest gaan worden, kon ik al in de krant lezen wat bijna iedereen er van dacht. Iedereen was tegen namelijk. Bijna iedereen dan, bedoel ik. De knappe opinieonderzoekers hadden al geconstateerd dat iedereen tegen zou stemmen, nog voor er ergens uitgelegd was waarop zij dan zouden stemmen, of zelfs dat zij zouden stemmen.

Ik heb toen vast de uitleg in een voorgaande krant gemist, denk ik dan maar. Die uitleg hebben alle andere mensen vast al gelezen. Iedereen behalve de mensen die ik ken.

Wat is Detoxen eigenlijk? Water drinken, lees ik. Anderhalf liter bronwater per dag, en dan wel van een specifiek merk uit de Franse Alpen. Als ik dat zes weken doe, is al het water in mijn lijf vervangen en ben ik ge-detoxed. Dan bestaat mijn lijf voor meer dan 70% uit zuiver bronwater. En dat is heel gezond voor me geloof ik.

En ik maar denken dat “detox” staat voor ontgiften. En dat je kunt ontgiften met gezonde biologisch dynamisch gekweekte groenten, noten en fruit en natuurlijk met water. Geen chemische troep eten enzo. Maar je moet dus bronwater drinken, staat hier. En dan wel van een bepaald merk uit de Franse Alpen. Of zou Utrechts leidingwater ook werken? Dat komt uit dezelfde bron als verschillende gebottelde bronwaters. Ja echt! Het is net aan de andere kant van de snelweg, maar het is dezelfde waterlaag, ruim tweehonderd meter diep. En het kost maar een fractie van een cent per liter, want het wordt geleverd tegen kostprijs.

Oh, wacht even. Het is een advertentie! Als inderdaad heel Nederland anderhalve liter bronwater per dag drinkt, zes weken lang dan levert dat aardig wat omzet op. Stel dat een fles een euro kost in de winkel, dan is dat toch al zes maal zeven dagen maal zestien miljoen euro. Zelfs als je er van uitgaat dat kinderen wat minder drinken is dat meer dan een half miljard! Dat is nog eens lucratief detoxen!

Ik begin te vermoeden dat de schrijvers van de campagne vooral graag zouden willen dat heel Nederland mee doet. Of in elk geval zou het mooi zijn als hun opdrachtgever (de Franse bronwater-bottelaar) gelooft dat heeeel Nederland hun water zal drinken. De wens is de vader van de opiniepeiling.

Misschien was het met het referendum voor de Europese grondwet al niet heel anders. Informatie over de grondwet kwam pas na de berichten dat er massaal “nee” gestemd zou worden. En zelfs als ik niet goed had opgelet kwam de echt begrijpelijke informatie pas heel laat, en ver na de slecht leesbare informatie die werd verspreid vanuit de overheid. Dus ik vraag me af hoe weloverwogen de keus van de meeste stemmers heeft kunnen zijn. Als ik het vrienden vraag die tegen stemden, verklaarden ze het meestal met “ik ben gewoon tegen”.

Nederland stemde toen overigens met 61% “massaal” tegen. Op een ja-nee vraag is dat eigenlijk een krappe meerderheid (50% is de helft!). In Frankrijk werd volgens de media kort daarvoor ook “massaal” nee gestemd, en hier was de meerderheid nog krapper met 55%. En een paar maanden daarvoor had Spanje met 77% juist voor gestemd, net als Litouwen dat ook voor was.

Een stem tegen werd hier in Nederland vaak gezien als een stem tegen Balkenende. We konden welliswaar niet stemmen voor een nieuw kabinet, maar we konden tenminste ergens op stemmen. Het leek dat Balkenende voor de Europese grondwet was, dus Nederland stemde “massaal” tegen om hem te stangen. Helaas hadden zij vast niet gelezen dat de nieuwe grondwet voorzag in het recht op goed, deugdelijk en rechtvaardig bestuur voor elk deelnemend land. Dus op basis van een aangenomen Europese grondwet waren ze Balkenende misschien wel eerder kwijt geweest.

Ik vraag me even af of Balkenende eigenlijk wel voor de Europese grondwet was. Misschien zou hij nog meer bemoeienis vanuit Brussel wel helemaal niet zo op prijs hebben gesteld. En misschien de mensen die hem steunden in de regering en in de media ook niet. Voor er gestemd was kopten kranten al kreten als “Nederland zegt Nee”. Zou ook daar de wens de vader van de opiniepeiling zijn geweest?

Het roze staart me nog steeds aan. “Heel Nederland is aan het detoxen”. “Heel Nederland?” denk ik, “Nee. Een kleine minderheid van 99% van de bevolking biedt dapper weerstand. Zij weten nog van niets. En met een beetje geluk zien ze deze roze boodschap nooit.”


bronnen o.a.:

Keuringsdienst van Waarde, 2003, aflevering Water
www.parlement.com

zaterdag 2 februari 2008

Raket


Hoera! Er is weer een terrorist dood. Dit keer is het Abu Laith al'Libi, tweede man van Osama bin Laden. Of was dat iemand anders? Nou ja, als de vorige tweede man al opgepakt of doodgeschoten is, dan is er natuurlijk een volgende tweede man. Dus er kunnen heel wat tweede mannen neergeschoten en opgepakt worden. Er staat een fotootje bij van een man met een baard en een doek om zijn hoofd. Daaraan herken je ze natuurlijk, die terroristen, want zonder deze kenmerken had hij er zeer westers uit gezien.

Hoe hebben ze hem eigenlijk te pakken gekregen? Dat was vast een staaltje stoer spionagewerk en stevige James Bond actie. Nee. Toch niet. Het was een raket. Een raket? Dat klinkt toch een tikje overdreven. Dan was het vast een heel gevaarlijke terrorist.

En het is ook niet de eerste, want terroristen worden tegenwoordig wel vaker met raketten uit hun grot of andere geimproviseerde schuilplaats geschoten. Waren er vorig jaar niet nog Nederlandse militairen betrokken bij een vuurgevecht waarbij enkele terroristen toen met een door een helicopter afgevuurde raket werden uitgeschakeld? Of waren dat drugsdealers? En ook in Iraq en Libanon worden er regelmatig gevaarlijke personen geraakt door die raketten. Het gebeurt al bijna elke dag. Een beetje terrorist schiet je neer met een raket. Op afstand. Het is ongetwijfeld een bijzonder effectieve manier om iemand naar de andere wereld te blazen. Je kunt ook weg hollen wat je wil, zo'n raket achterhaalt je toch wel. Die gaan zo snel, daar is geen ontsnappen aan.

Maar hoe weet je dan eigenlijk achteraf wie je geraakt hebt? Een beetje explosieve raket laat natuurlijk weinig van zijn slachtoffer over. Laat staan van diens paspoort. Dat wordt dan puzzelen. En hoe weet je zeker dat je niet de verkeerde raakt? Voor hetzelfde geld raak je andere burgers, al dan niet onschuldig. Ik begin me een beetje zorgen te maken. Stel je voor dat in een Duitse krant in 1945 had gestaan: “Tweede man van Churchill uitgeschakeld met V1 Raket”. “Jammer genoeg waren er ook wat onschuldige Londenaren geraakt, want de ontploffing was wat groot. Maar ja, so ist das Leben.”

Collateral damage noemen ze dat in militair jargon: bijkomende schade. En dat is nu eenmaal moeilijk te voorkomen, zeker met ontploffende raketten. Ik probeer mezelf gerust te stellen dat dat tegenwoordig wel anders is. Tegenwoordig hebben we precisie bombardementen, en intelligente raketten. Onnodige schade wordt zoveel mogelijk beperkt, toch? Maar misschien ook wel niet. Het is maar enkele weken geleden dat Nederlandse militairen in Uruzgan op elkaar bleken te schieten, in plaats van op de vijand. En nu was het pikkedonker en werd er van alle kanten geschoten, dus ik snap het wel, maar toch. Burgers en eigen troepen expliciet niet raken is gewoon moeilijk. Met een geweer al. Of je moet helemaal niet schieten.

Wat voor raket werd eigenlijk gebruikt op die tweede, derde of vijfde man van Osama? Volgens het persbericht werd de raket afgevuurd door een “drone”, een robotvliegtuig. Dat moet dan waarschijnlijk een Predator geweest zijn, een “Roofdier” dus. Predators zijn op afstand bestuurde vliegtuigjes zonder piloot of inzittenden. De piloot is er natuurlijk wel, maar die zit dan achter de afstandsbediening te kijken naar een televisiescherm. Die speelt dan als het ware een computerspel.

Predators worden over het algemeen uitgerust met “Hellfire” raketten. Hellevuur, dat klinkt heel heftig. Zoiets wens je hooguit je vijanden toe. Het staat ook voor HELicopter Launched FIRE-and-forget missile (raket die je vanaf een helicopter wegschiet en die dan zelf verder zijn doel zoekt). Iemand zal flink op die naam gepuzzeld hebben. Hellevuur raketten zijn een meter drieenzestig lang, rechtop komen ze tot aan de schouder van een volwassen man. Ze hebben kleine vleugeltjes, en zijn ongeveer achttien centimeter dik. Het gewicht is vijftig kilo, zo licht als een te mager fotomodel. Met een trosje hangen ze onder de helicopter of Predator. Ze vliegen sneller dan het geluid, en kunnen worden voorzien van allerlei soorten explosief tuig.

De Hellfire was al in de jaren zeventig ontwikkeld om tanks kapot te schieten, maar dat werkte na verloop van tijd niet meer. Daarom werd hij in de jaren negentig verbeterd met allerlei laser- en radar-systemen om beter de nieuwe vijanden te kunnen raken: terroristen dus. Hij werd ook wat duurder. Het instapmodel kost nu rond de 60,000 dollar, en de echt slimme raketten doen zo'n 150,000 dollar per stuk. Wat, minstens 60,000 dollar? Dat is best prijzig om een beetje terrorist neer te schieten. Hallo! Het radiografisch bestuurbare vliegtuigje, de Predator, kost overigens vier-en-half miljoen dollar. En dan hebben we het arbeidsloon van de piloot nog niet gerekend.

Maar je krijgt dan ook echt waar voor je geld. De loods waarin al'Libi zat, op enkele kilometers van een Pakistani luchtmachtbasis, was helemaal aan flarden geschoten. Volgens ooggetuigen was er geen overlevende meer te bekennen. Al'Libi moet dus wel dood zijn. Dat zegt de informant. Tja.

En toch, 60,000 dollar plus arbeidsloon, plus overhead, plus vliegtuigje. En daarbij neem ik dan nog aan dat ze in een keer raak schoten, want als je een keer mis schiet is de prijs alweer 60,000 hoger. Was het niet goedkoper geweest om de man op te pakken en te berechten in een eerlijk proces? De agenten hadden vanaf de luchtmachtbasis kunnen lopen om hem op te halen.

Wie strijkt die 60,000 dollar per raket eigenlijk op? Hellfires worden gemaakt door Lockheed. Diezelfde Lockheed die onze Prins Bernhard ooit in verlegenheid bracht. Die Lockheed. Inmiddels zijn ze gefuseerd, en heten ze Lockheed Martin. Wereldwijd werken er zo'n 140,000 mensen voor de vliegtuigen- en raketten-bouwer. En rond 95% van hun inkomsten komen uit militaire aankopen. Ze zijn dan ook de grootste aannemer van het Amerikaanse ministerie van defensie. Lockheed heeft in elke staat van de VS wel een fabriekje staan waar onderdelen worden gemaakt. Dat is erg handig. Zo kun je eventueel je plaatselijke congreslid er van overtuigen dat ze voor een prijzig defensie-contract moeten stemmen: dat levert namelijk werkgelegenheid op. En werkgelegenheid levert weer stemmers op voor het congreslid.

Misschien ging dat wat snel, maar als ik het goed begrijp is die dure Hellfire raket dus ook nog goed voor de werkgelegenheid. Hmmm. Dat maakt het wel lastig. Hoeveel banen zou zo een raket opleveren? En als je ze niet afschiet worden ze natuurlijk ook niet meer verkocht. Misschien is het dan nog niet eens zo erg om er mee op terroristen te schieten. Dan draait die rare Amerikaanse economie tenminste door.

En toch knaagt het. Stel nu dat je helemaal geen terrorist geraakt hebt, maar iemand anders? Of wel de terrorist en ook iemand anders die niets gedaan heeft? Of wat als je wel de terrorist hebt geraakt, maar dat bij een eerlijk proces gebleken zou zijn dat het alleen om een kleine drugscrimineel ging, of om een bona fide vrijheidstrijder? Als zo'n raket eenmaal ontploft is blijft er weinig over van de mensen die je raakt. Je zult het dan nooit weten.

Hellfires zijn erg populair. Ze worden onder andere ingezet in Iraq, Afghanistan, Pakistan, Panama, en rond Israel, en meestal door de Amerikanen en hun bondgenoten, of door de Israeli's. Het meest notoire slachtoffer van een Hellfire raket was Ahmed Yassin, medestichter van de palestijnse vrijheidspartij Hamas. Hij werd in maart 2004 gedood toen hij een moskee uit kwam. Een Israelische helicopter schoot drie Hellfires af. Yassin had geen schijn van kans, want hij zat in een rolstoel, en dan leg je het zeker af tegen een supersonische raket. Er waren tien doden, inclusief Yassin, en vijftien gewonden.

Ja. Misschien levert zo'n raket wel veel werkgelegenheid op. Misschien worden er ook echte misdadigers mee neergeschoten. Maar erg stoer vind ik het niet.


Bronnen, o.a:

en.wikipedia.org/wiki/AGM-114_Hellfire
en.wikipedia.org/wiki/MQ-1_Predator
en.wikipedia.org/wiki/Ahmed_Yassin
www.nationaldefensemagazine.org/issues/2003/May/Army-Navy.htm
Why we fight, 2005, Eugene Jarecki
http://shock.military.com/Shock/videos.do?displayContent=200139&ESRC=dod.nl

foto: Wikipedia, door Looper5920