woensdag 6 februari 2008

Rijk


Het regent buiten. Harde, koude regen hamert op het pannendak. Ik ben lekker binnen. Ik voel me rijk.

Dan bedoel ik niet in financiele zin rijk. Hoewel dat natuurlijk ook belangrijk is, want er zijn net wat betalingen binnen, dus de accute geldnood is even over. Die financiele adem is ook heel fijn. Dat geeft vooral tijd om te genieten, en tijd is een nog veel belangrijker goed.

Als ik om me heen kijk zie een grote zolder, vol met spulletjes die ik leuk vind. Bijna te vol. Het is een overvloed. Beneden is een bibliotheek met honderden boeken, vol met kennis: heerlijk! Een keuken vol met fijn eten, een groot simpel fornuis, een ruim aanrecht. Zelfs als het niet opgeruimd is, is er ruimte om meer eten of servies neer te zetten. Binnen zekere grenzen dan.

Onze kleuter- en peuter-dochter hebben samen al meer speelgoed, spulletjes, roze kleertjes, knuffels, boeken en speelfilms dan ik in de eerste tien of vijftien jaar van mijn leven. Zo voelt het in elk geval, maar dat kan ook komen omdat ze het zo snel en efficient door het hele huis weten te verspreiden.

Bizarre overvloed. Een eettafel om vrienden aan te ontvangen, met plaats voor een dozijn als het moet. Vrienden die ook werkelijk langskomen om te genieten van de goddelijke maaltijden die mijn vrouw (mijn vrouw?) bijna elke zaterdag kookt.

En ons bed: groot en comfortabel. Wat slaapt dat fijn, zelfs als onze slaap vaak wordt onderbroken door onze geweldige maar soms wat slapeloze dochters. Een goed matras doet wonderen, vooral dat dure maar duurzame dekmatras. En dan nog wakker worden naast iemand die je leuk vindt ook!

Te mooi? Ik geniet in elk geval. Waar ik het meest van geniet is misschien nog wel de ruimte. Ruimte en de rust om daar van te kunnen genieten. We hebben bij elkaar een tuin van 150 vierkante meter, en een woonruimte van 120 vierkante meter. Een beetje Amerikaan lacht me natuurlijk uit, althans als hij buiten de stad woont. Dan is zijn tuin minstens honderd meter diep en dertig breed, en dat is dan klein. Maar voor onze dichtbevolkte randstad is het groot.

Zeker voor iemand die jaren lang op 26 vierkante meter woonde, zonder buitenruimte. Hartje Amsterdam, dat wel. Vaart der volkeren enzo. Maar ruimte is toch wel erg fijn. Heel erg fijn. Want ruimte hebben we in Nederland niet.

Reken maar na. Nederland bestaat 41,528 vierkante kilometer. Als je het water niet meerekent blijft er 35,054 vierkante kilometer over. En daar moeten dan wegen af, bedrijven, natuurgebieden. Wegen nemen zo'n 2% van het geheel, en de rest? Laten we zeggen dat het de helft is die we overhouden om te kunnen verdelen.

Dan blijft er dus zo'n 17,000 vierkante kilometer over voor zeventien miljoen mensen. Een vierkante kilometer is duizend maal duizend vierkante meter, dus dan is er voor elk van ons als we eerlijk delen: 17,000,000,000,000 gedeeld door 17,000,000,000. Dat is dan maar 1,000 vierkante meter per persoon. He?!?

Duizend vierkante meter? En dan reken ik bouwen in de hoogte nog niet eens mee. Duizend vierkante meter per persoon, dat is vierduizend vierkante meter voor een gezin van vier! Dat is bijna een halve hectare. We zitten nu op een twintigste daarvan, en dat voelt al als bizar rijk.

Reken ik verkeerd? Hmm. Nee. Waar gaat al die ruimte dan heen? Braakliggend terrein rondom Almere? Lege ruimte in de achterhoek? Vliegvelden? Sportvelden? Ik had de helft van ons areaal al gereserveerd voor dat soort zaken. Naar de kippen, varkens en koeien gaat het in elk geval niet, want die hebben vaak nog minder ruimte per individu dan wij. Dus waar is die ruimte?

Stel je voor dat we zouden ontdekken waar al die ruimte is gebleven! Dan zouden we het eerlijk kunnen verdelen. Dan waren we nog rijker!

Geen opmerkingen: