zondag 23 november 2008

G20


Afgelopen weekeinde zijn vertegenwoordigers van de twintig rijkste en economisch meest machtige landen bij elkaar gekomen. De grote twintig, of de groep van twintig, G20 dus. In Washington hebben ze vergaderd wat te doen aan de huidige crisis, en vooral hoe ze samen herhaling of erger kunnen voorkomen. Erg fijn dat ze weer eens goed bij elkaar gaan zitten om over zaken te praten die ons allemaal aan gaan.

Natuurlijk ben ik erg benieuwd wat ze allemaal besproken hebben. Daarom had ik ook direct een afdruk gemaakt van hun volledige publieke verklaring, zo gauw die op de BBC website verscheen. Zeven pagina's tekst met veel moeilijke woorden. Zo te zien heel veel algemene uitspraken die voor verschillende uitleg vatbaar zijn. En veel goede intenties.

Wel logisch, maar niet zo concreet als ik had gehoopt. Zouden ze wel al concreter hebben gesproken? Zou er een geheim deel zijn geweest in de bijeenkomst? Vast wel. In elk geval in de wandelgangen. Toch blijf ik nieuwsgierig.

Zouden ze het gehad hebben over het effect van de euro op de dollar? Sinds de tweede wereldoorlog was de dollar de grote wereldmunt. Het was de munt die ieder land moest sparen om bijvoorbeeld olie te mogen kopen, want voor een andere munt kreeg je het niet. Vrijwel alle landen bouwden zo grote voorraden dollars op.

Die dollars had de VS maar één keer hoeven uitgeven, en nooit iets voor terug hoeven doen. Mede daarom konden ze gemiddeld zo rijk leven. Maar nu sommige landen ook olie willen aanbieden voor euro's (Iran, Venezuela, eerdaags Iraq) verliest de dollar haar monopolie-positie. Die enorme hoeveelheden reserve-dollars zijn nu dus weer terug op weg naar huis.

Als bestuurder van de VS zou ik me enorme zorgen maken. Want zestig jaar opgebouwde schulden los je niet zo snel af. Als iedereen tegelijk waar voor zijn dollars wil gaat dat natuurlijk helemaal mis. Als ik Bush of Obama was zou ik al lang naar mijn collega-landen hebben geroepen: “help!”.

Maar ja, als stoer land kun je dat misschien niet al te openbaar roepen. De VS is ook de grote broer van de wereld. En of het nu een vervelende of een goede grote broer is, stoer moet hij wel blijven.

Ik hoop maar dat de VS toch wel “help!” roepen, al is het in het geheim. Want we blijven elkaar wel nodig hebben. Onze handel en economieen zijn nu eenmaal heel erg met elkaar verweven. En niemand is gebaat bij een instortende grote broer – zeker niet eentje met een groot leger en te veel kernwapens.

Misschien heeft Bush toch al om hulp geroepen*. Misschien zaten landen als China, India en Brazilië er daarom nu wèl bij, in tegenstelling tot al de jaren er voor. Toen waren het nog de G8. En daar weer voor, toen er nog ruzie was met de Soviet Unie, was het de G7. Misschien heeft Amerika toegegeven dat het in een lastig parket zit, en is het daarom dat meer landen “inclusief de armste landen” nu een grotere stem moeten krijgen in het Internationaal Monetair Fonds. Als grote broer zijn kleine broers en zusters serieuzer aan het nemen is is dat best goed.

Op die manier is de bijeenkomst van een G20 al heel hoopvol.

Bronnen o.a.:
Petrodollar warfare, William Clark, 2005
G20 declaration, zoals gepubliceerd op website van de BBC

* Misschien zijn daar in de G20 verklaring wel wat aanwijzingen voor. Zo hebben ze het bij te nemen maatregelen over “closer macro-economic cooperation”. Dat zou je kunnen lezen als onderling afstemmen hoeveel geld je als land bij kunt drukken. In hetzelfde zinnetje staat “avoid negative spillovers”. Zouden ze daarmee op het teveel aan dollars doelen? Wie weet? De tekst blijft voor meer interpretaties vatbaar.

zaterdag 22 november 2008

Bijtanken


Niet lang geleden moest ik op zondag een lange rit maken. Omdat mijn ontbijt er bij ingeschoten was, en ik niet van honger houd, bleef er maar één optie over. Een optie waar ik niet echt blij mee was, maar ik had geen keus. Ik zou moeten bijtanken op het tankstation.

Mijn auto had ook dorst, dus ik zou het aangename voor de auto maar met het noodzakelijke voor mij combineren. Eten op tankstations in Nederland is mijns inziens namelijk te duur, en niet zo lekker. Te duur snap ik wel, want je moet als tankstation toch nog ergens je winst vandaan halen. De omzet van de benzine gaat namelijk al snel op aan alle accijns, BTW, indirecte belastingen, huur en personeel. De eerste twee bij elkaar zijn volgens stickers bij onze Duitse buur-tankstations al gauw 70% van de benzineprijs. Bij ons zal het wel niet heel anders zijn.

Niet zo lekker snap ik eigenlijk ook wel een beetje. Want langer houdbare spullen kun je langer in de schappen laten staan, en dus langer verkopen. Dat betekent vaak meer suiker of zout. Een uitzondering staat misschien in de koeling. Maar ook die broodjes gezond of met vlees zijn voor mij achteraf vaak te zout. Dagvers. Zou dat betekenen “vandaag”?

Zucht. Zoet of zout dus. Daar stond ik fijn kieskeurig te zijn. En ondertussen had ik honger. Geen broodjes? Geen saucijzending? Zelfs geen automaatkoffie? Koop dan maar een pak koeken. Of een reep chocolade. Dat stilt in elk geval de honger. Of indien dat niet lukt stilt het in elk geval de lust tot eten. Ik zag al op tegen de veel te zoete nasmaak in mijn mond. Want geraffineerde suiker ben ik thuis ontwend.

Niet helemaal tevreden met mijn zoete aankopen verschanste ik me weer achter het stuur. Zou ik het allemaal in één keer opeten? Die neiging heb ik wel vaak als ik honger heb. Waarschijnlijk zou ik dan na een korte opleving helemaal inzakken en ook geen energie meer hebben. Dat gebeurt me dan in dat geval. Voel ik me dan ook niet lekkerder door.

Een vriendin legde me pas haarfijn uit hoe dat zit. Je krijgt met zo'n rol koeken namelijk zo veel geraffineerde suiker binnen, dat je daar helemaal niets mee kunt. Eerst krijg je een suikerkick (lijkt op energie), en dan neemt je lichaam maatregelen. Geschrokken maakt het dan heel veel insuline aan om alle overtollige suiker weg te werken. Daarmee daalt je suikerspiegel weer diep, en is al je energie ook prompt weer weg. En als je pech hebt zet je lijf de overtollige suiker om in lichaamsvet.

Oog in oog met de chocolade kreeg ik een idee. Wat nu als ik alleen zoveel energie zou opeten als ik op dat moment ongeveer nodig had? Wat nou als ik gaandeweg af en toe een hapje zou nemen? Genoeg om de volgende tien kilometer te rijden, maar niet meer? De energie van zo'n koekje lijkt al bijna door je smaakpapillen binnen te komen. Dus het was het proberen waard.

Het vereiste wel discipline. Nee, niet de hele rol koekjes naar binnen slokken. Kleine beetjes.

In elk geval at ik zo elk hapje onderweg bewust. Steeds een klein beetje bijtanken. Alsof je voorzichtig een beetje hoog-octaan brandstof direct in de motor inspuit, in plaats van je tank met goed eten te vullen.

Maar het leek wel te werken. Ik had steeds net voldoende energie, geen echte behoefte om door te eten, bijna geen suikerkick, en geen volle onbevredigde koekbuik. Niet slecht.

Liever had ik wat meer echt eten gehad. Bij Italiaanse tankstations begrijpen ze dat vaak beter, met gegrilde paprika's, echte koffie verkeerd en fijne broodjes. De Duitsers doen het veelal ook niet slecht. Maar bij ons is het meest behelpen met noodeten. Raar eigenlijk. Want bij een diesel giet je toch ook geen superbenzine in de tank?

dinsdag 18 november 2008

Socialismo


“Socialismo is not good” zegt ze.
Ze komt van Cuba, een van de laatste Socialistisch-Communistische bolwerken in de wereld. Sinds kort woont ze hier, bij haar Nederlandse man. Daar studeerde ze rechten, en was ze in haar derde jaar. Hier maakt ze nu eerst maar even schoon, want met haar studie kun je hier niets.

Als ik haar vraag of ze haar studie niet had willen afmaken, laat ze een langgerekt geluid horen. Als ze dat had gedaan, dan had ze nog twee jaar na haar studie moeten blijven op Cuba. En ze wilde toch wel liever dat haar zoontje bij papa in Nederland zou opgroeien. Ze moest al meer dan een jaar wachten voor ze over mocht komen van de Nederlandse overheid. Dat was lang genoeg. Als ze trouwens geen kind had gehad van een Nederlander had ze nog langer moeten wachten voor ze hierheen zou mogen komen. Onze grens is niet zo open voor de meeste buitenlanders.

Toch wil ik dan wel weten waarom ze dan op Cuba had moeten blijven. Houden ze daar niet van emigranten? Zoiets. Studeren is op Cuba gratis, maar als je eenmaal afgestudeerd bent moet je daar wel bijdragen aan de gemeenschap. Je mag dus niet direct naar het best betalende buitenland. Voor de meeste studies moet je twee jaar blijven, voor medicijnen vijf jaar. In de praktijk wordt dat nog wel eens tien jaar of meer, zegt ze. Haar tante is arts, dus ze kan het weten.

Haar tante is nu uitgezonden om te helpen in Gambia. Dat verdient overigens wel al beter dan op Cuba. Want thuis op Cuba kan ze nu een auto, een stereo, en allemaal luxe spullen aanschaffen. Volgens mij is ze wel trots op haar tante. Ondertussen verwonder ik me dat een relatief arm land als Cuba ook ontwikkelingshulp stuurt. Zij vindt het blijkbaar heel gewoon.

Ze kan overigens niet te lang blijven, want ze moet kijken naar dagopvang voor haar zoontje.
“Daycare is very expensive here!” roept ze plots. Ik geef haar gelijk. Je krijgt tegenwoordig wel een bijdrage van de belasting, maar juist als je redelijk begint te verdienen wordt die bijdrage weer heel klein. Alleen als je echt heel veel verdient, of juist als je bijna niets verdient, heb je er iets aan. Ze snuift. Hoe kan je als land zo willen dat moeders meer werken? Dan maak je dagopvang toch niet zo duur?

Op Cuba kost dagopvang niets. Alle onderwijs is goed en gratis. Inclusief studeren. En medische hulp kost ook niets. De tandarts ook niets. En de hulp is goed, maar de ziekenhuizen zijn wel viezig. Ze zijn niet zo schoon als hier.

Ze dweilt snel en efficient de kamer. Alles is daar eerst van de overheid, vertelt ze. Iedereen werkt ook voor de overheid. Als het van mensen zelf zou zijn, zouden ze er misschien beter voor zorgen.

Alles van de overheid? En je huis dan? Dat ook? Nee, je huis kun je van de overheid kopen. Het huis van haar moeder is van haarzelf. Zolang als ze leeft, of tot ze het terug verkoopt aan de staat. Als je het koopt moet je wel een aantal jaren afbetalen. Maar niet tien, twintig dertig jaar, zoals hier. Dat is belachelijk lang. Gewoon vijf jaar ofzo, en dan is het voor altijd van jou.

Hoe meer ze vertelt, hoe beter ik dat Socialismo eigenlijk vind klinken. Ik word er een beetje onrustig van. Hoe doen ze dat? Betaal je veel belasting daar? Ik vraag het haar maar even.

Geen belastingen.

Iedereen op Cuba werkt in principe voor de overheid. Dus iedereen wordt ook betaald door de overheid. Terwijl ze haar jas aantrekt blijft ze even staan. “You know, the problem is that they don't pay you enough. If they would pay enough...”. Ze zegt het net niet hardop. Maar ik geloof dat ze hetzelfde denkt. Als de Cubaanse overheid genoeg zou kunnen betalen, en dat zou doen... dan was dat Socialismo misschien toch lang niet zo slecht.


Foto: fragment van Che Guavara, door Alberto Korda, 1960

donderdag 13 november 2008

Honger


“Ik neem nog een klein beetje hoor” zegt mijn tafelgenoot. Hij schept zijn vierde bord vol op. Ik ben blij dat hij er is, een lang niet geziene vriend op bezoek. Blij dat hij mijn kookkunst waardeert. Zelf kom ik aan drie borden. Hij aan vijf.

En toch zie je het niet aan hem, of aan mij. We hebben geluk met ons snelle metabolisme. Want dikker worden we niet snel. Wat er te veel in komt gaat er ook weer uit. Of we verbranden het, want koud hebben we het ook niet heel snel. Hij sport het er misschien ook af, want hij sport veel. Ik niet. Ik loop veel en gooi vaak met kinderen. Op het bed.

Dus dieetproducten hebben wij niet nodig. Light en “Minder Vet” hoeven wij niet te eten. Aan een maagband hoeven wij gelukkig al helemaal niet te denken. En de nieuwe “allereerste en enige” hongerremmer die “100% bewezen” is, hebben wij dus ook niet nodig.

Honderd procent bewezen klinkt trouwens best pretentieus. Er staat zelfs een diagram bij waarin het effect van de remmer staat aangegeven. Op de eerste dag neem je niet 2100 maar 1800 calorieen in, als je het middeltje gebruikt. Dat is een verschil van ongeveer 15%. Dat zou je inderdaad wel kunnen merken. Echt enorm veel is het ook weer niet, maar wel echt merkbaar.

Misschien val je dan inderdaad ruim een kilo af per week, in de eerste weken. Dat zegt die vrouw in de advertentie. Maar ja, dat doe je eigenlijk met de meeste diëten wel, begrijp ik van vriendinnen. Waarom zijn het trouwens meestal vriendinnen, die daar zoveel van weten? Hun vriendjes hebben veel vaker een bierbuikje.

Dus het maakt het dieten vooral makkelijker, zo'n hongerremmer. Niet goedkoper. Want wat je bespaart aan eten, betaal je ruim in remmers terug – bijna honderd euro per maand, als de introductieprijs voorbij is. Ruim duizend euro per jaar. En wat voor chemisch spul zou het eigenlijk zijn, zelfs al is het gemaakt uit “natuurlijke” ingredienten? Wat is het eigenlijk, dat het zo werkt?

Palmolie en haverolie. Vetten dus. Samen zijn ze verwerkt tot een soort papje met water, wetenschappelijk en technisch verpakt zodat ze onverteerd in je dunne darm aan kunnen komen. Een zintuig aan het einde van je dunne darm merkt dan dat er nog onverteerd vet in je darmen is, en die onderdrukt dan je hongergevoel. Slim he?

Wacht even. Je darmen vertellen je dat je geen honger hoeft te hebben als je nog vet aan het verteren bent? Je hebt dus minder honger als je genoeg vet eet? Dus dat hongergevoel, dat al die diëtende mensen ervaren, dat betekent dus dat zij niet genoeg vet hebben gegeten? Zijn die darmen nou helemaal gek geworden?

Of zouden die darmen toch gelijk kunnen hebben? Mensen die minder dik willen zijn eten heel vaak alleen maar Light en mager. Of met dertig, veertig, vijftig procent minder vet. Of met 0% vet. Die krijgen dus inderdaad veel minder vet binnen.

Dat is gek. Waar worden ze dan zo dik van? Als ze dat al zijn natuurlijk. Wat zit er eigenlijk wel in die boter zonder vet? Water en zout. Daar wordt je niet dik van, tenzij het vastgehouden vocht is. En in de magere worst? Zetmeel, suiker en glucosestroop. Daar wordt je wel dik van. En misschien ook van de patatjes en frikandellen die je alsnog eet omdat je te weinig vet in je dunne darm had.

Dus van Light en mager eten wordt je misschien juist wel dik.
Niet verzadigd, wel dik.

Maar misschien hebben mijn tafelgenoot en ik wel makkelijk praten. Wij hoeven zelfs niet na te denken of we liever dun of liever dik zouden willen zijn. We hebben toch niet echt keus. Wij eten gewoon net zoveel vet tot ons hongergevoel gestild is.


Bronnen o.a.:
verpakkingen van light en magere producten, en een advertentie van hongerremmers

Bladeren


Buiten is er een vervelend vroemm-vroemm geluid. Wat is het toch? Een brommer? Een grasmaaier? Een warmdraaiend bejaardenvehikel?
“Vliegtuig!” roept mijn tweejarige. Alles wat vroemm doet kan in haar oren een vliegtuig zijn.
Samen klimmen we voor het raam. Dan kunnen we misschien zien wat het is. “Niet vliegtuig!” roept ze.

Het is een bladen-blazer. Of eigenlijk zijn het verschillende bladen-blazers, gehanteerd door medewerkers van de gemeente. Ze zijn met vijf man. En elk van hen heeft op zijn rug een ronkend benzinemotortje, dat verbonden is met een brede stofzuigerslang aan een soort geweer. Daarmee blazen ze de bruine boomblaadjes op straat op een grote hoop. Een veegwagen rijdt er dan overheen om de hopen herfstbruin op te zuigen.

Wat een waardeloos geluid! Moet ik daar de hele herfst van gaan genieten?
“Moet jij nodig klagen”, zegt een vriend, “stel je voor dat je echt de hele dag dat geluid moest horen”. Inderdaad, de bladen-blazende mannen hebben allemaal oorbeschermers op. “Ik vraag me af hoe arbo-verantwoord die dingen op de lange termijn zijn”, moppert vriend met me mee.

Een gezellig gesprek met je collega's tijdens het blazen zit er dus ook niet in. Want je hoort elkaar niet door het lawaai, of niet door de oorkleppen. Ach, misschien houden ze wel meer pauzes samen. En misschien werkt het ook wel echt efficienter, zo'n blaas-ding.

In de doe-het-zelf en tuin-handel worden bladruimers in elk geval flink aangeprezen. Dat zijn dan natuurlijk minder robuuste modellen, want die hoeven niet de hele dag gebruikt te worden. Meestal hebben ze ook geen benzinemotor, maar een electromotor en een heel lang snoer. Dat is ook handig, want dan kun je tenminste zien bij welk huis het ding hoort. Je kunt ook niet te ver de straat op. Daarvoor is het snoer te kort. Verder is het net echt.

En het geluid is zo mogelijk nog indringender en irritanter. Whiiiiii! Best knap eigenlijk.

Een moderne bladruimer werkt natuurlijk nauwelijks meer als het geregend heeft. Goed natte bladeren plakken aan de grond. Die laten zich niet meer rondblazen. Wel jammer dan weer dat het in de herfst zo vaak regent.

Een ouderwetse bladruimer – een bezem – werkt nog wel bij natte bladeren. Natte bladeren veeg je bijna net zo makkelijk op een hoop als droge. Je veegt minder makkelijk onder een auto, dat wel. Maar bladeren vallen meestal op de stilstaande auto's en niet er onder. Misschien veeg je ook niet zoveel bladeren als je kunt blazen. Zelfs niet als je extra brede bezems gebruikt. Maar het werkt vast veel gezelliger, als je onder het werken weer met elkaar kunt kletsen.

En desnoods ga je met wat meer mensen tegelijk bladeren vegen. Misschien verhoogt dat het veiligheidsgevoel in de buurt ook weer. Meer uniformen op straat. Minder geluidsoverlast. Minder CO2-uitstoot. Minder handel in blazers, maar weer meer in bezems.

Waar zouden de straatvegers zelf voorkeur voor hebben? Vegen? Blazen? Soms vegen en soms blazen? Biertje drinken? Ik zal het eens proberen te vragen. Als ik hen er toe kan bewegen hun oorbeschermers af te zetten, tenminste.

dinsdag 11 november 2008

Saai


Vanochtend lag er weer een ongevraagde brief in de bus, dit keer van een tussenbureau voor werkgevers en werknemers. “Juist nu, tijdens de huidige economische malaise, is payroll een ideale oplossing.” Alweer lees ik dat woord: malaise. Overal kan ik het lezen en horen. Het gaat slecht met de economie. Het gaat slecht met de huizenmarkt. Het gaat slecht met de handel in voedsel. En het gaat nog slechter worden. En het komt allemaal door de bankencrisis.

Want met de banken gaat het het allerslechtst. Zij willen namelijk geen geld meer uitlenen, vooral niet aan elkaar. En sommige banken vallen mede daarom om. Ze moeten gered worden door onze overheden, die daarvoor ons belastinggeld nodig hebben. En hoewel de banken door ons gered worden zullen ze nog steeds geen geld aan ons willen uitlenen. Want het is malaise.

Het nieuws wordt er bijna saai van.

En toch vind ik het gek. Want vooralsnog merk ik weinig in het echt van die “malaise”. De huizenmarkt zit al heel lang een beetje vast. Een beetje, want juist nu hebben drie directe kennissen van mij een nieuw huis gekocht, en zijn enkele anderen aan het rondkijken. In mijn straat staan er ook weer meer bordjes met “verkocht”. Misschien dat de prijzen wat zakken, en dat er daarom ook wordt verkocht. Maar verkocht wordt er, en de prijzen zijn nog steeds hoger dan een paar jaar terug.

Volgens de BBC hebben de grote supermarktketens een terugloop gesignaleerd van maar liefst 0,3%. Wat? Nul komma drie procent? Dat lijkt mij helemaal niet zo veel. In de praktijk merken wij als mensen pas een verschil van een procent of 10. Dat hebben psychologen honderd jaar geleden al uitgevonden. Nul komma drie procent is nog niet eens een dertigste daarvan.

Ik hoor dat banken op de fles gaan en dat er veel financials ontslagen zullen worden. Duizenden en duizenden. Maar op diezelfde krantenpagina's waarop die berichten staan, staan ook advertenties om financials te werven. En soms zijn die advertenties paginagroot, even verderop. Zelden heb ik er zo veel gezien. En als ik een filmpje wil zien op internet over de bankencrisis, dan krijg ik eerst een commercial te zien van een bepaalde oer-Nederlandse bank. Want zij willen mijn geld wel voor me investeren.

Sommige bedrijven liggen er uit. Dat is duidelijk. Maar voor anderen is er weer meer werk. Een vriend vertelde trots dat het bedrijf waar hij werkt flink wat vluchten op Denemarken er bij had gekregen, omdat een Deense operator is weg gevallen. Werk zat. Wel weer heel veel heen en weer schuiven van werkgever naar werkgever, misschien.

En ja, er zijn veel mensen en plaatselijke overheden geld kwijt in Icesave. Dat kan nog even duren voor dat dat geld terug komt, als het ooit echt terug komt. Maar er worden ook meer Rolls Royces verkocht, er zijn weer meer miljonairs bij, en de quote 500 is collectief weer rijker.

Dus waarom hoor en lees ik steeds dat er sprake is van malaise? Wil iedereen graag mee doen met de trend? Willen sommige rijken graag dat wij collectief hun verliezen gaan betalen? Is er geen leuker nieuws? Speculeren de redacteuren van het nieuws zelf op een verdere neergang van de beurs? Of gaat het overal slechter, en alleen bij mij in de buurt niet?

Luistert de krant alleen maar naar de banken, en horen we daarom een beetje vertekend nieuws? Misschien moeten de gezamenlijke banken binnenkort hun jaarrapporten gaan maken voor de belasting. En dus praten ze de markt een beetje naar beneden. Zo van: “zie je wel dat we geen winst hebben gemaakt?”, en “wij waren ook aan het omvallen hoor”. Dan helpt een golf van slechte berichten in de krant natuurlijk wel. Dat maakt het wat geloofwaardiger.

Stel dat dat zo is, zou er dan ook een disclaimer bij de negatieve berichten mogen?
“Dit nieuws is ter attentie van de belastingen. Alle anderen kunnen het gevoeglijk negeren. En mocht u toevallig wat aandelen in onze bank willen kopen, ze zijn nu extra goedkoop.”

Negers


Inmiddels alweer wat jaren terug was ik met mijn aanstaande vrouw in een winters Washington. Met een bijzonder schone en lege metro gleden we de stad in. Want wij wilden het ook wel eens zien, die plek waar de wereld schijnbaar geregeerd wordt. Of in elk geval het grote land van onze overburen.

Amerika is een raar land. Ze zijn er heel trots. Iedereen heeft kans om heel rijk te worden, en het helemaal te maken. Van krantejongen tot krantenmagnaat. Van arme immigrant tot staalbaron. En zelfs als je een beetje neger bent kun je er toch president worden.

Dat klinkt erg mooi. Iedereen heeft een kans. Zelfs al zal het voor de meeste Amerikanen een Amerikaanse droom blijven. Want niet iedereen kan president of krantenmagnaat zijn. Iedereen heeft een kans, en de rest heeft gewoon een baantje. Een soort gelijkheidsbeginsel.

We baanden onze weg omhoog uit het indrukwekkende, schone station. Omhoog met de lange roestvrijstalen roltrappen. Zo naar de Mall: het langgerekte grasveld waaraan de Smithsonian musea liggen. Aan de ene korte kant staat het Capitool, waar hun regering vergadert. En aan de andere kant een enorme obelisk. Midden in winters Washington.

En midden tussen de negers.

Eerst dacht ik dat het zwervers waren. En dat waren sommige misschien ook. De anderen verkochten geroosterde kastanjes en wanten. Geirriteerd constateerde ik dat ik mijn eigen wanten juist kwijt was. Maar na een paar keer vragen of zij misschien mijn wanten hadden zien liggen, waren we omsingeld door negers. Heel vriendelijke en heel hulpvaardige negers, dat wel. Maar ik kreeg het toch wat benauwd.

Ik kocht maar een nieuw paar wanten van een van hen. En daarna wandelden we zo snel en zo koel als we konden naar ons eerste museum. Gelukkig werden we niet gevolgd. Ik vroeg me even af of ze mij nu een racist zouden vinden. Domme gedachte, waarom zouden ze? Wel gek dat er geen enkele blanke tussen hen stond.

Misschien omdat het nog niet lang na 11 september was, was er extra ingangscontrole. Alle handtasjes moesten doorzocht worden met een lange stok. Door een neger. Toevallig natuurlijk. Omdat mijn vrouw niet snel genoeg was moest haar hele tas leeg. De man vond duidelijk dat hij niet genoeg werd gerespecteerd. Onder onze lange winterjassen hoefde hij niet te kijken. Als we daar een jachtgeweer onder hadden gehad hadden we dat mee mogen nemen. Hij had dus instructies.

Maar misschien was het toch geen toeval. Want eenmaal binnen bleek dat ook alle andere suppoosten negers waren. Op eentje na. In de zaal met echt heel bijzondere schilderijen uit de Italiaanse renaissance stond een superieur. Een latino.

Wonderlijk. In de hal was een enorm bronzen relief van een generaal uit de burgeroorlog, met zijn soldaten. Samen vochten zij tegen de slavernij. De blanke generaal op zijn paard. En de negersoldaten allemaal te voet. Een duidelijke rolverdeling. Of is het machtsverhouding? Of gewoon wat andere kansen als je van een ander ras bent?

Hoe graag had ik toen een foto genomen van dat relief. Dan had ik de hele museumstaf er voor gezet. De latino chef natuurlijk op een voetstukje. De negersuppoosten net iets lager om hem heen, netjes op een rij. En ik had gevraagd of ze trots zouden willen lachen voor de camera. Om te laten zien hoe ver we zijn gekomen.

Jammer dat ik dat toen niet heb durven vragen. Zouden ze ja hebben gezegd? Zouden ze de ironie van zo'n geposeerde foto hebben gevat? Zou ik nu nog steeds zo'n foto kunnen nemen? Of zou de komende president wel iets kunnen veranderen?

vrijdag 7 november 2008

Kamp


De fiets van mijn vrouw is gestolen bij het station. Een prive-initiatief, niet door de wethouder of de gemeente. Maar misschien zou de fiets nog terug te vinden zijn, zei de mevrouw aan de telefoon. Ik moest maar even langskomen in de loods.

De door de gemeente bekostigde opslagplaats van fietsen zonder eigenaar ligt ergens in niemandsland. Ik fiets tussen chemische fabrieken en groothandels van auto-onderdelen. Eigenlijk is het helemaal niet ver van mijn huis, maar het ligt op een industrieterrein. En daar kom je niet zonder reden. Ik niet. En eigenlijk bijna niemand. Als je er niet werkt heb je er niets te zoeken.

De fiets van mijn vrouw staat er niet tussen, in de loods. Heel veel andere fietsen die ik niet mag meenemen of kopen staan er wel. Maar daar heb ik niets aan. Jammer.

Om de teleurstelling te verwerken fiets ik nog maar wat doelloos rond op het industrieterrein. Wat is zo'n terrein groot en leeg. En zelfs als er bedrijvigheid is, dan beperkt zich dat tot aan en af rijden van vrachtwagens. Ergens ver achterin zie ik wat groen. Een doodlopend weggetje naar het laatste bedrijf achter de bomenhaag. Wat zou dat zijn?

Ik kan er niet in. Het is beveiligd door hoge hekken. Dubbele poortjes. En er achter is het enorm. Ik had niet eens beseft dat er nog zoveel ruimte achter de bomen was. Ik dacht dat daar de weilanden van de boeren al begonnen.

Het is de gemeentelijke waterzuivering. Dat je een terrein van verschillende hectares zo kunt verstoppen! En er staan nog heel grote installaties op ook. Je zou verwachten dat zoiets het industrieterrein en misschien zelfs de aangrenzende wijk zou domineren. Ik wist niet dat het er was. Ik wist niet dat het daar zat.

Een bizarre gedachte. Stel je voor dat het een concentratiekamp was geweest. Had ik dan wel geweten dat het daar was? Had ik wel geweten wat er achterin dat industrieterrein, aan het eind van het doodlopende straatje was? Had ik als bewoner beseft wat zich daar afspeelde?

Een paar jaar terug was ik in Dachau, bij Munchen. In de oorlog was daar een enorm concentratiekamp, midden in een enorm industriegebied. Het eigenlijke kamp lag verscholen tussen de SS-kazernes en de wapenfabrieken. Ik wilde het graag eens zien. Als er geen bordjes hadden gestaan waar ik het herdenkingscentrum zou kunnen vinden, had ik het tien keer gemist.

Wat in Dachau, en veel andere kampen is gebeurd was vreselijk. Toen bewoners en bewoonsters van het naburige stadje werden rondgevoerd tussen de stapels lijken barstten ze in tranen uit. “Wir haben es nicht gewusst!” Mijn elitaire klasgenootjes en geschiedenisleraar lachtten daar wat schamper over.

Ineens vraag ik me af. Had ik het wel geweten? Misschien had ik gezien dat er treinen naar binnen gingen – goederentreinen. Waarschijnlijk wist ik wel dat er een soort strafgevangenis was. Maar hoe groot het was of wat er echt gebeurde, zou ik daar een idee van gehad kunnen hebben? In de buurt van het strafkamp had ik niet kunnen komen, want dat mocht niet van de SS. En mensen die uit het kamp kwamen mochten over niets praten wat ze daar hadden gezien. Op straffe des doods, van henzelf en mogelijk hun familie, als ik het goed begrijp.

De waterzuiveringsinstallaties liggen uitgestrekt achter het hek. Zelfs dat wist ik al niet.

Voedingsadvies


Volgens de arts van het GGD, die op school is langsgeweest, is onze oudste prima in orde. Ze is op lengte en passend gewicht voor haar leeftijd. Haar ogen, oren en spraak zijn “voldoende”. Ik zou zeggen bijzonder goede ogen, soms wat oostindisch doof, en nogal volwassen pratend voor haar leeftijd, maar er waren nu eenmaal geen andere categorieen in het dossier dan voldoende en onvoldoende. Als ik trots het rapport voorlees aan dochterlief zelf, vraagt ze afwezig “waarom? Waarom zegt de dokter dat?” Op het antwoord wacht ze niet echt. Het avondeten is interessanter.

Bij het rapportje van de GGD zit ook een folder in de zelfde paarse GGD kleuren. “Gezond eten en bewegen met kinderen 4-8 jaar”. Het ziet er erg officieel uit.
“Ontbijten is goed... Kies bij voorkeur voor volkorenbrood of bruinbrood.” leest mijn vrouw voor.
“Volkorenbrood”, roep ik, want daar zitten tenminste zeker vezels en vitamines in. Bruin brood kan ook gekleurd witbrood zijn.
“Besmeer het brood met halvarine??” mijn vrouw is geschokt. Waar moeten die kinderen dan hun energie vandaan halen? Ze zijn in de groei, en springen het teveel aan calorieen er zo weer af.
“En hier: geef weinig frisdrank of vruchtensap, want daarin zitten veel calorieen.”
Frisdrank heeft vaak koolzuur en geraffineerde suiker, dat is inderdaad niet zo goed. Echt vruchtensap is juist prima. En ze stoppen vanzelf wel met drinken. De oudste drinkt ook veel water.

“Af en toe frisdrank met zoetstof kan, maar twee glazen per dag is het maximum. Kinderen kunnen ook te veel zoetstoffen binnenkrijgen.” quote mijn vrouw.
“En dan: neem op school halfvolle schoolmelk of yoghurtdrank zonder toegevoegde suiker”
Ze stoomt: “Melk is helemaal niet zo goed! Dat is achterhaald! En 'zonder toegevoegde suiker' zit tegenwoordig vol met zoetstoffen! Daar krijgen ze dan weer buikpijn van!”

We vinden het foldertje eigenlijk niet zo heel goed. Het is wel goedbedoeld, maar het kan beter.

Er staat eigenlijk niets in over biologisch of ekologisch voedsel, of zelfs maar dat eten gewoon fijn en lekker kan zijn. Er mist ook dat het “foute” maar zogenaamd wel lekkere snackfood eigenlijk lang niet zo lekker is als “echt” eten.

Een gewone hollandse stampot met verse groenten en aardappelen, een worstje en jus van echte boter is toch heerlijk? Dan zit je echt lekker vol en hoef je niet meer te snacken. En dan bedoel ik dus niet de voorverpakte, voorgeschilde krieltjes met suiker, of puree uit een pakje. En ook geen jus van halvarine en een zout boullionblokje. Nee, gewoon het simpele echte eten. Lekkerder, en vaak nog goedkoper ook.

Mijn vrouw pluist de folder uit.
“Gebruik zachte margarine of vloeibaar bakvet om in te bakken.” Margarine gaat bij mij altijd spetteren. En ik vind het niet lekker. Waarom niet gewoon echte boter? Omdat het “te vet” is of omdat Unilever dan niet genoeg verdient? Unilever maakt erg veel, zo niet de meeste van die vloeibare vetten en margarines.

Van wie is het foldertje eigenlijk? Het Voedingscentrum. Wat was daar ook alweer mee? Het klinkt heel erg als een door de overheid ingesteld orgaan. Maar dat was het niet echt, of wel?

Hun website biedt uitkomst. Ze zijn vrijwel geheel gesponsord door de overheid. En ze willen zo onafhankelijk mogelijk zijn. Oh gelukkig, dat is mooi. Maar natuurlijk wordt er wel samengewerkt met de grote voedselindustrie.

Wie zitten er eigenlijk in hun raad van bestuur? Even opzoeken wat zij nog meer doen. Iemand van CSM, de suikerindustrie dus, iemand van het Productschap Akkerbouw, een melkveehouder, en een wethouder van de VVD. En dan nog een professor die overal in raden zit, onder andere bij voedselgiganten Wessanen en Frieslandfoods. Volgens mij is toch vooral de industrie vertegenwoordigd. Ik hoop maar dat die wethoudster van de VVD wel gewoon van lekker eten houdt.

Wie was de directeur ook alweer? Of was dat niet een directrice, die ook in Keuringsdienst van Waarde was geinterviewd? Ja hoor. Dat is ze. Yvonne van Sluys. Werkzaam geweest in tal van functies, ook in de farmaceutische industrie en bij Unilever.

Het verklaart voor mij wel de lichte nadruk op industriele producten in het foldertje. Maar heeft mevrouw van Sluys nu echt een slechte inborst en is ze een intrigante? Dat wil ik toch liever niet geloven. Dat lijkt me echt niet leuk.

En dat is denk ik ook niet zo. In een interview blijkt ze zich vooral zorgen te maken over de vetzucht van onze moderne burger. Veel meer mensen worden veel te dik, en dat is niet gezond. En je kunt wel achteraf ingrijpen met dieten en medicijnen, maar dat is eigenlijk te laat. Je kunt volgens haar veel beter voorkomen dan genezen. Laat mensen zo vroeg mogelijk leren hoe ze gezond kunnen eten, en niet dik worden. Dat klinkt inderdaad als een nobel streven.

Maar niet dik worden, en bovendien nog heel lekker eten kun je ook prima met natuurlijke, en zelfs met vette producten. Heus niet alles hoeft kunstmatig ontdaan te zijn van voedingswaarde. Als er te weinig in je “voedsel” zit ga je er alleen maar meer van eten om genoeg van dat wat je nodig hebt binnen te krijgen. Misschien goed voor de verkoop, maar niet voor de smaak.

Misschien weten ze dat bij het voedingscentrum gewoon niet eens. Als de hele raad van bestuur, en de directie allemaal uit de industrie komen, kennen ze alleen industrieel voer. Dat is een beetje als een dokter die denkt dat iedereen ziek is, omdat hij alleen zieke mensen in zijn praktijk ziet. Die heeft ook een vertekende blik.

Ik denk dat er maar een paar mensen bij de raad van bestuur bij moeten. Mensen die het ook van een andere kant kennen. Een ecologische slager die zijn koeien buiten laat grazen bijvoorbeeld. Iemand van de “slow food” beweging*, die leuk kan schrijven. En een goeie kok, die houdt van lekker eten. Dan komen de adviezen van het voedingscentrum vanzelf helemaal goed.

Bronnen o.a.:

www.voedingscentrum.nl


* “Slow food” in tegenstelling tot “fast food” - lekker en natuurlijk eten, en nog gezond ook.
Zie bijvoorbeeld: www.slowfood.nl

Betalen


“En toch blijf ik het idee hebben, dat er ergens mannen in grijze pakken heel hard zitten te lachen. En dat ze al dat geld zo bij elkaar graaien.” Mijn opdrachtgever maakt een grote beweging met zijn arm, en hij rolt met zijn ogen. Natuurlijk hebben we het weer over de kredietcrisis, die inmiddels beurscrisis en bankencrisis heet. Hij zou best eens gelijk kunnen hebben. Er schijnen weer meer auto's van Rolls Royce verkocht te worden, de Quote 500 zijn samen ondanks verliezen toch weer een stuk rijker, en de handel in peperdure jachten doet het ook erg goed.
Maar ik zeg maar even niets.

“Heeft de regering Fortis nu helemaal opgekocht? Waar gaan ze dat geld eigenlijk vandaan halen?”
“Dat hangt er van af” zeg ik “of ze iets nieuws verzinnen”. Gewoonlijk komt de staat aan extra geld door staatsobligaties uit te schrijven. Dat zijn een soort schuldbekentenissen van de staat. Die schuldbekentenissen worden dan gekocht door geldschieters. Later haalt de staat het geleende bedrag plus rente weer op. Door belasting te heffen. Dan betalen wij het uiteindelijk dus.

Of de staat kan later nationale bedrijven verkopen. Die banken die nu worden uitgekocht bijvoorbeeld. En als de staat daar winst op maakt, maken die banken dus verlies. En dat verlies moeten ze dan weer terughalen. Bij de klant. Dan betalen wij het uiteindelijk dus ook.

Nu hebben de banken op dit moment even geld te kort, dus het zou kunnen dat de centrale bank moet inspringen. Die drukt dan wat geld bij. Gevaar daarvan is wel dat er te veel geld op de markt komt, en dat de waarde van het geld verwatert. Dat heet dan inflatie. En dat schijnt slecht te zijn. Want dan zakt onze koopkracht, en betalen wij dus met zijn allen het verschil.

Dus is het wel belangrijk dat de staat dan weer belooft dat bijgedrukte geld heel erg snel terug te zullen halen. Alweer bij ons, dus. Dan betalen we het toch maar in belasting.

Eigenlijk betalen wij het dus altijd.

Mijn tafelgenoten zijn even stil. Ze lijken niet tevreden met mijn antwoord. Ik geloof dat ze hopen dat ik geen gelijk heb. Ik ook.

Rommelhypotheek


“Waar is al dat geld eigenlijk gebleven?” roept een andere tafelgenoot.
“Het kan toch niet zomaar verdampen?”
Ja. Dat is een goede vraag. Kan dat nu wel of niet? Als jij je schuur op een paar miljoen waardeert, en je er uiteindelijk maar een paar duizend voor krijgt, dan is het natuurlijk geen echt verlies. Maar als iemand die schuur van jou heeft gekocht voor een paar miljoen, en er dan maar een paar duizend voor terug krijgt, dan is hij dat geld toch echt kwijt. Aan jou, wel te verstaan.

De credietcrisis zou volgens veel berichten zijn veroorzaakt door heel veel “rommelhypotheken” uit de V.S. Banken hadden hypotheken verstrekt aan mensen die het niet konden betalen, voor huizen die hun koopsom nu lang niet waard zijn. En het recht om geld bij deze arme mensen te innen, werd vervolgens verwerkt in een financieel “product”. Dat product werd dan weer verkocht aan andere banken en investeerders over de hele wereld. Niemand wist wat ze hadden gekocht, maar dat deed er blijkbaar niet toe. Waarom niet? Geen idee.

De hypotheken waren verkocht met een rente die het eerste jaar laag zou zijn, en daarna marktconform. En omdat de rentes laag leken te blijven stapten veel mensen blijkbaar in. Maar... de te betalen rentes gingen vervolgens fors omhoog, en diezelfde mensen konden het niet meer opbrengen. De schulden bleken dus oninbaar. De bewoners werden uit hun huis gegooid om het huis te verkopen, en toen bleken al die huizen hun oorspronkelijke hypotheek niet op te brengen. Jammer voor de bank.

Nu zitten de schuldeisers dus met heel veel vastgoed wat op dit moment even niemand kan of wil kopen voor de vraagprijs. En heel veel andere mensen zitten zonder huis. Eerlijk gezegd vind ik dat laatste erger. Maar ja, wij horen hier in Europa natuurlijk vooral over de kredietcrisis, en niet over de daklozencrisis in de VS.

Want van de kredietcrisis hebben wij in Europa wel last. Het recht om de schulden met rente terug te innen van die daklozen was namelijk verwerkt in financiele “producten”. Die producten waren ook door onze banken gekocht. En nu zijn de producten dus bijna waardeloos. Eigenlijk zijn het niet eens producten.

Maar onze banken hebben er wel voor betaald. Hebben dan de originele verkopers van deze hypotheken de meeste winst ingepikt? Misschien wel. Wie weet.

Wie waren dat dan eigenlijk? Als ik het goed begrijp waren dat voornamelijk de Freddie Mac en Fannie Mae. Hun rare namen zijn verbasteringen van “Federal National Mortgage Association” (FaNnie Mae) en “Federal Home Loan Mortgage Corporation” (FeDeRiH MaC). Het zijn dus zeg maar twee overkoepelende hypotheekbanken of eigenlijk verzekeraars, die ooit rond 1970 half onafhankelijk waren gemaakt van de overheid, en zij moesten een soort buffer vormen op de hypothekenmarkt. Dat hebben ze heel lang vrij redelijk gedaan.

Oh. Geen wonder dat die “producten” werden vertrouwd. Ze kwamen dus van jarenlang betrouwbare bijna-overheidsinstellingen af. Die gaan niet zo snel failliet ofzo. “Dus dat is wel prima” moeten al die banken gedacht hebben. En daarom kochten ze die producten dan ook.

Maar sinds de laatste paar jaren is het helemaal mis gegaan. Fannie en Freddie hadden te veel uitgeleend. Mismanagement? Vast wel. Verandering van strategie? Jazeker, want de regering Bush wilde meer eigen woningbezit stimuleren. Daarom waren de instaprentes ook zo laag. Een soort Nationale Hypotheekgarantie. Maar dan mislukt.

En er was ook sprake van grote fraude. Een stijging van 1400% in de laatste tien jaar, vooral sinds 2003. Er werden zelfs veel huizen verkocht aan mensen die niet eens bestonden.*

Hoe dan ook. Het ging zelfs zo mis dat beide banken nu onder curatele van de schatkist zijn gebracht. Hun schuldeisers hebben voorlopig even pech. Pech met veel nullen.

En waar het geld van Freddie en Fannie gebleven is? Misschien dat de schatkist het al heeft ingepikt? Misschien dat het management nu op de Bahamas zit met miljarden? Misschien dat niet bestaande personen in niet bestaande huizen nu heel rijk zijn? Heel vaag.

Speurend op internet probeer ik tot diep in de nacht uit te vinden wat er nu precies is gebeurd. Heel veel meningen. Heel veel woorden, steeds weer nieuwe termen. Steeds weer andere manieren om geld rond te schuiven. Ik snap er steeds minder van.

Hier is je geld, en nu is het weg! Het gevoel bekruipt me dat het allemaal een grote goocheltruc is. Ik vraag me af of de gedupeerde fondsen en banken dat gevoel ook hebben.

Bronnen o.a.:

en.wikipedia.org/wiki/Subprime_crisis_impact_timeline
en.wikipedia.org/wiki/Timeline_of_the_United_States_housing_bubble
en.wikipedia.org/wiki/Us_debt

* Wie weet, bestaan veel van de huizen ook niet eens echt...
zie: www.fincen.gov/MortgageLoanFraud.pdf