dinsdag 18 november 2008

Socialismo


“Socialismo is not good” zegt ze.
Ze komt van Cuba, een van de laatste Socialistisch-Communistische bolwerken in de wereld. Sinds kort woont ze hier, bij haar Nederlandse man. Daar studeerde ze rechten, en was ze in haar derde jaar. Hier maakt ze nu eerst maar even schoon, want met haar studie kun je hier niets.

Als ik haar vraag of ze haar studie niet had willen afmaken, laat ze een langgerekt geluid horen. Als ze dat had gedaan, dan had ze nog twee jaar na haar studie moeten blijven op Cuba. En ze wilde toch wel liever dat haar zoontje bij papa in Nederland zou opgroeien. Ze moest al meer dan een jaar wachten voor ze over mocht komen van de Nederlandse overheid. Dat was lang genoeg. Als ze trouwens geen kind had gehad van een Nederlander had ze nog langer moeten wachten voor ze hierheen zou mogen komen. Onze grens is niet zo open voor de meeste buitenlanders.

Toch wil ik dan wel weten waarom ze dan op Cuba had moeten blijven. Houden ze daar niet van emigranten? Zoiets. Studeren is op Cuba gratis, maar als je eenmaal afgestudeerd bent moet je daar wel bijdragen aan de gemeenschap. Je mag dus niet direct naar het best betalende buitenland. Voor de meeste studies moet je twee jaar blijven, voor medicijnen vijf jaar. In de praktijk wordt dat nog wel eens tien jaar of meer, zegt ze. Haar tante is arts, dus ze kan het weten.

Haar tante is nu uitgezonden om te helpen in Gambia. Dat verdient overigens wel al beter dan op Cuba. Want thuis op Cuba kan ze nu een auto, een stereo, en allemaal luxe spullen aanschaffen. Volgens mij is ze wel trots op haar tante. Ondertussen verwonder ik me dat een relatief arm land als Cuba ook ontwikkelingshulp stuurt. Zij vindt het blijkbaar heel gewoon.

Ze kan overigens niet te lang blijven, want ze moet kijken naar dagopvang voor haar zoontje.
“Daycare is very expensive here!” roept ze plots. Ik geef haar gelijk. Je krijgt tegenwoordig wel een bijdrage van de belasting, maar juist als je redelijk begint te verdienen wordt die bijdrage weer heel klein. Alleen als je echt heel veel verdient, of juist als je bijna niets verdient, heb je er iets aan. Ze snuift. Hoe kan je als land zo willen dat moeders meer werken? Dan maak je dagopvang toch niet zo duur?

Op Cuba kost dagopvang niets. Alle onderwijs is goed en gratis. Inclusief studeren. En medische hulp kost ook niets. De tandarts ook niets. En de hulp is goed, maar de ziekenhuizen zijn wel viezig. Ze zijn niet zo schoon als hier.

Ze dweilt snel en efficient de kamer. Alles is daar eerst van de overheid, vertelt ze. Iedereen werkt ook voor de overheid. Als het van mensen zelf zou zijn, zouden ze er misschien beter voor zorgen.

Alles van de overheid? En je huis dan? Dat ook? Nee, je huis kun je van de overheid kopen. Het huis van haar moeder is van haarzelf. Zolang als ze leeft, of tot ze het terug verkoopt aan de staat. Als je het koopt moet je wel een aantal jaren afbetalen. Maar niet tien, twintig dertig jaar, zoals hier. Dat is belachelijk lang. Gewoon vijf jaar ofzo, en dan is het voor altijd van jou.

Hoe meer ze vertelt, hoe beter ik dat Socialismo eigenlijk vind klinken. Ik word er een beetje onrustig van. Hoe doen ze dat? Betaal je veel belasting daar? Ik vraag het haar maar even.

Geen belastingen.

Iedereen op Cuba werkt in principe voor de overheid. Dus iedereen wordt ook betaald door de overheid. Terwijl ze haar jas aantrekt blijft ze even staan. “You know, the problem is that they don't pay you enough. If they would pay enough...”. Ze zegt het net niet hardop. Maar ik geloof dat ze hetzelfde denkt. Als de Cubaanse overheid genoeg zou kunnen betalen, en dat zou doen... dan was dat Socialismo misschien toch lang niet zo slecht.


Foto: fragment van Che Guavara, door Alberto Korda, 1960

Geen opmerkingen: