maandag 18 februari 2008

Koekenpan


Ik heb een nieuwe koekenpan gekocht, om pannenkoeken te bakken. Of eigenlijk om panne-koeken te bakken. Want ik vind het een beetje raar om meer dan één pan te benutten voor een enkele koek. Pannen-koek. Rare nieuwe spelling.

Onze oude koekenpan (mag het ook gewoon koekepan zijn?) is namelijk stuk. De stevige dikke bodem is nog heel, dat is het niet. Die kan nog jaren mee. En zelfs de anti-aanbaklaag doet het eigenlijk nog prima. Niet zo goed als in het begin misschien, maar er zijn ook geen grote hoeveelheden olie nodig om te voorkomen dat pan en gebakken ei een eeuwige verbintenis aan gaan. Neen, veel eenvoudiger: de steel is stuk.

De steel valt namelijk steeds van de pan af. Of eigenlijk: de pan valt met veel geraas van de steel af. En dat is niet alleen jammer van het eten. Het vergt ook de nodige behendigheid om tenen gespaard te laten. Zuinig van inborst en eigenwijs bovendien, heb ik al een aantal malen de steel gerepareerd.

De gebruikte schroef was namelijk een halve centimeter te kort. Dat zal wel flink in de prijs gescheeld hebben. Niet natuurlijk. Elke keer als de pan iets te warm werd schoot de schroef los. En pannen zijn er nu eenmaal om warm te worden. Dus, een nieuwe schroef er in, en de pan was weer een half jaar als nieuw.

Een half jaar, want gaandeweg wiebelde de steel zich bij elke verhitting zo los dat de schroefdraad van de pan het ook begaf. Nu draait de steel met gemak 180 graden. Dat bakt toch niet prettig.

Nu nam ik me voor om een duurdere, betere koekepan te halen. Vooral eentje waar de steel anders op gemonteerd is. Vast gelast, in één stuk gesmeed en met klinkbouten of anderszins voor eeuwig vastgenageld. Maar waar mijn vorige pan drie tientjes kost, kost eentje met een beter vergrendelde steel tien tientjes.

En dat verschil was me nu even te veel. Vertwijfeld zocht ik er dus maar naar eentje met een betere steel en dan zonder anti-aanbaklaag, maar wel met dikke bodem. Dat zou vast goedkoper zijn? Nee, vijftien tientjes. In de anti-aanbaklaag zit het prijsverschil dus niet. Integendeel.

Op de twijfelachtig bevestigde steel van de goedkope pan lees ik “Made in Italy”. De dure pannen komen natuurlijk uit Duitsland en de VS. Het is al net als met wasmachines. Iets verder op de steel staat “Nicht uberhitzen”. Het is een meertalige pan.

Maar hoe weet je nu of je een koekepan oververhit? Als het te laat is? In de bijgevoegde nederlandstalige handleiding staat het ook. “Kook nooit met oververhitting, verhit de pan nooit zonder inhoud.” De waarschuwingen zijn allemaal om de anti-aanbaklaag intakt te houden: ook niet krassen en schuren dus. Maar over de steel wordt niet gerept. En juist die steel heb ik leren kennen als zwakker punt bij deze zware koekepannen.

Dilemma. Om goed te bakken moet je juist de pan wel vooraf goed heet maken. Dan bakt het sowieso minder aan, en de pannekoeken worden mooier en lekkerder. Maar dan is er dus de kans dat je oververhit. Eigenlijk staat er dus een beetje: “niet gebruiken, want dan gaat ie stuk”.

Je kunt ook besluiten niet te leven, want daar kun je dood van gaan. Ik waag het er dus maar op.

Ondertussen vraag ik me af of de duurdere pan het langer zou uithouden. Om zijn prijs goed te maken zou hij minstens drie keer zo lang goed moeten blijven, want hij is ruim drie keer zo duur. De steel redt dat wel. Maar voor de anti-aanbaklaag weet ik het niet. Als je er mee kunt omgaan is de zware pan zonder laagje waarschijnlijk het meest duurzaam. Die koop je dus maar één keer. En dus kun je daar ook maar één keer je winst op maken. Misschien is hij daarom vijftien tientjes.

De goedkope pan gaat over een paar jaar wel weer stuk. Daar koop ik er vast nog wel meer dan vijf van in mijn leven. Tenzij hij natuurlijk een betere steel had gehad. Want dan bleef hij wel langer goed. In productiekosten zou dat misschien niet eens zoveel schelen. Ik zou er dan alleen vier pannen minder om kopen.

Geen opmerkingen: