dinsdag 9 december 2008

Nadenken


“Waarom wil je dat toch allemaal weten?” vraagt mijn vrouw.
Eigenlijk weet ik dat niet. Ik ben gewoon nieuwsgierig, denk ik.
Ik heb er ook een hekel aan als ik het gevoel heb dat er iets niet klopt.

Op internet en in oude kranten heb ik weer gespeurd naar feiten achter de moord op Pim Fortuijn en Theo van Gogh. En als vanzelf zoek ik naar de ongerijmdheden, en de ongeregeldheden. Misschien ben ik wel op zoek naar een verhaal. Misschien wil ik gewoon mijn eigen mening vormen over wat er nu aan de hand is.

De tweede moorden zijn ook zo spectaculair. En er was wellicht geen betere manier geweest om de algemene opinie te beinvloeden. Fortuijn was vermoord in het Media Park. Onder de neus van televisie en radio, dus die moesten er wel iets mee doen. En Theo van Gogh was weliswaar een enfant terrible, hij was ook overbekend grachtengordel-columnist en televisiemaker. Collega's moesten wel in actie komen en er voortdurend over praten.

Natuurlijk mochten we bij van der G. niets zeggen over zijn achtergrond als groen radicaal of dierenactivist. Want de man handelde alleen. Dus we moeten niets raars gaan denken over dierenactivisten en milieurakkers. Best lastig. Maar we doen natuurlijk collectief ons best om het geen groene griezels te gaan vinden.

Bij Mohammed B. mochten we natuurlijk niet gaan denken dat alle moslims zo gevaarlijk zijn als hij. Want de man handelde alleen. Zijn lidmaatschap van een losgeslagen groepje radicale moslimfundamentalisten had er ook niets mee te maken. Maar datzelfde groepje moest wel radicaal vervolgd worden. En ondertussen doen we collectief ons best om onderscheid te blijven maken tussen terrorisme en hoofddoekjes. Die hebben natuurlijk niets met elkaar te maken.

En toch hebben we het er steeds over.

Een enkele woordvoerder roept dat we bang moeten zijn, en dat we het niet op ons moeten laten zitten. De conservatieveren roepen dat we moeten oppassen, maar zeggen niet altijd precies op wie of voor wat. En de progressieven roepen dat we niet bang moeten zijn, en ons niet moeten laten ophitsen.

Iedereen lijkt iets te zeggen met de woorden “bang”, “niet” en vooral met “moeten”.

Het lijkt wel alsof ik zelf niet meer mag nadenken.

Geen opmerkingen: