donderdag 11 december 2008

Vis


Ik ben boos. Ik heb helemaal niet te veel vis gegeten.

Zo vaak is me verteld dat wij te veel vis hebben gevangen. Trawlers haalden voor mij vis uit de Noordzee en de Atlantische Oceaan. Dan zou er altijd genoeg vis in de vriezers van de winkel liggen. Maar ze haalden te veel. Ze vistten de zee leeg.

Want ik wilde te veel vis eten. Ik ben namelijk een consument. En de consument wilde vis. Dus het was mijn schuld.

Sinds ik op Ijsland ben geweest weet ik dat dat niet waar is. Want de Ijslanders hebben hun zee leeg gevist. Tot drie keer toe. Eerst hadden ze een twaalf-mijls zone om hun eiland waar ze exclusief mochten vissen. Die vis raakte op.

Toen claimden ze een exclusieve vijftig-mijls zone, tot ongenoegen van Engeland en Nederland. Maar ook die vis raakte op. Dus toen breidden ze nog maar een keer uit, tot tweehonderd mijl rondom Ijsland. Het werd bijna oorlog tussen de Engelse schippers en de Ijslandse kustvaarders, met aanvaringen en bedreigingen en al.

En ook die vis raakte op.

Omdat de consument te veel vis wilde eten? Nee. De meeste vis werd zelfs verkocht als veevoer, vermalen tot vismeel. Je kon het ook als kunstmest gebruiken als je wilde. Spotgoedkoop. De consument wilde dus helemaal niet zoveel vis.

Waren die Ijslanders helemaal gek geworden dan? Gingen ze zomaar hun zee leeg vissen om alle vis tot vismeel te vermalen, gewoon uit balorigheid? Schoten ze de walvissen systematisch uit het water voor de sport? Helaas niet.

Ijsland had buitenlands geld nodig. Want Ijsland is niet zelfvoorziend. Veel voedsel moet geimporteerd worden, voertuigen, bouwmaterialen, machines, brandstof, bijna alles eigenlijk. Om die spullen te kunnen kopen heb je buitenlandse valuta nodig. En die krijg je alleen als je er iets voor levert, iets exporteert dat andere landen willen hebben.

Ijsland heeft bijna niets wat het kan leveren. Alleen natuurschoon, schone energie, ruimte voor militaire bases, en... vis. Vis leverde ongeveer 90% van alle import-inkomsten op*.

Dus om te overleven in de globale economie, of eigenlijk gewoon om in de behoeften voor het leven op Ijsland te kunnen voorzien, moest vis geleverd worden. Vis verkopen was de enige echte manier om de broodnodige buitenlandse valuta te krijgen.

Maar wat gebeurde er als de buitenlandse consument eigenlijk geen vis meer wilde? Dan moest de vis maar op een andere manier verkocht worden. Dan moest het maar goedkoper verkocht worden dan de Nederlanders, Noren of Engelsen het aanboden. En als die landen het dan nog niet wilden of zelfs hun markten dicht dreigden te gooien tegen Ijslandse vis? Dan moest de vis desnoods onder de kostprijs worden verkocht, als goedkoop veevoer. Want het buitenlandse geld moest binnenkomen. Kostte wat het kost.

Dus ik had niet te veel vis gegeten. Het was niet mijn schuld. Het was niet de schuld van de consument.

Het kwam door de manier waarop onze internationale handel nu werkt.


Bronnen o.a.:
Iceland's 1100 years, Gunnar Karlsson, 2000/2005

*Recent experimenteerde Ijsland ook met een soort “off-shore banking”. Denk aan de Kaupthing bank met Icesave. Maar ook dat was bepaald geen succes. Wellicht omdat er geen echte eigen economie voor de geboden rentes borg kon staan.

Geen opmerkingen: