zondag 23 maart 2008

Berbers


Je hebt barbaren en barbaren. En na het schrijven over de barbaarse uitwerking van het woord “barbaar” op de redelijke gedachtengang kon ik niet laten toch nog iets meer over de “echte” barbaren te lezen. In mijn kast stond nog een recent boek van Terry Jones, ooit lid van het illustere komisch gezelschap Monty Python, en historicus Alan Eirera. Het heet “Barbarians”, en daar gaat het ook over. Of eigenlijk gaat het over hoe archeologen en geschiedkundigen langzaam beginnen uit te vinden dat de barbaren van weleer minstens zo gecultiveerd waren als de Romeinen. En dus eigenlijk helemaal niet zo barbaars.

De Kelten, zoals de Galliers, hadden hun eigen wegen van hout, hadden betere strijdwagens, minstens zulke grote steden en veel meer goud dan de Romeinen. Dat goud was waarschijnlijk ook de aanleiding voor Julius Ceasar, die hier en daar wat enorme schulden had lopen, om zich op te werpen als redder van Gallia. Of eigenlijk meer redder van het goud van Gallia. En passant vermoordde en ontheemde hij even een miljoen Galliers.

Dacia was al minstens zo'n rijk koninkrijk, met indrukwekkende forten en nog veel diepere goudmijnen. Ook daar wilde Romeinse keizer Trajanus wel even het goud komen halen. En om te voorkomen dat de Daciers zouden klagen moordden de Romeinen naar eigen zeggen nu bovendien het hele volk van Dacia uit. Ze onthoofdden gewoon iedereen, en zetten de hoofden op staken. De Dacische goudmijnen lagen overigens in huidig Roemenie, bij Transylvanie, waar Dracula vandaan zou komen. Alle Daciers werden afgeslacht, inclusief vrouwen en kinderen. De veroveraars waren zo grondig “dat slechts veertig man over bleef”. Of dat helemaal waar is valt nog te betwijfelen, want tegelijkertijd neemt de hoeveelheid Dacische gastarbeiders in Rome flink toe. Maar dat Romeinse schrijvers trots waren op wat tegenwoordig genocide genoemd zou worden zegt al genoeg.

Ja. Je krijgt een heel ander zicht op die barbaren, zo. En vooral ook op die gecultiveerde Romeinen, wiens cultuur wij zo graag nabootsen.

Eén volk dat barbaar genoemd wordt kom ik niet specifiek in het boek tegen. Misschien is dat omdat zij zelfs vandaag de dag steeds barbaren worden genoemd. Letterlijk. Nou ja, bijna letterlijk: Berbers.

Zelf noemen ze zich Amazigh, wat zoiets als “vrij mens” betekent. Maar de buitenwacht noemt ze nog steeds Berber. Die naam hebben ze waarschijnlijk gekregen van de Arabieren die hen onderwierpen, en het Romeinse woord “barbaar” hadden overgenomen. “Al barbar”. Maar misschien noemden de Romeinen ze ook al zo. Of heel misschien noemden ze zichzelf eerst ooit zo, en komt daar het woord barbaar vandaan. Maar dat laatste is moeilijk hard te maken.

De Berbers bewoonden ooit het gebied waar de hoogstande beschaving van Carthago was. De Carthagers waren eens de aartsvijand van Rome, nog voor de tijd van Julius Ceasar. Carthago was officieel een Phoenisische nederzetting, en de Phoeniciers kwamen van over zee. Maar het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat de plaatselijke Berbers nog wel een robbertje mee hebben gevochten tegen de Romeinen. Of Carthago ook werkelijk (veel) Berberse invloeden had is niet meer te zien. Als je vlak bij het huidige Tunis op zoek gaat naar sporen van Carthago vind je nog maar heel weinig. Wel staan er grote badhuizen van de Romeinse overwinnaars, over het oude Carthago heen gebouwd.

Veel later, in de achtste eeuw, veroverde een leger van Berbers grote delen van Spanje, onder berber Tarik ib Ziyad. En in Spanje bleven ze toen nog eeuwen lang zitten. Verder gaven Berbers hun naam aan de Barbarijse kusten, waar nu Marokko en Algerije liggen. Vanaf die kusten vielen Barbarijse piraten vijandelijke koopvaarders en oorlogsschepen aan. Waren het piraten of waren ze deel van een oorlogsvloot? Ach, barbaren kun je nauwelijks serieus nemen toch? Zelfs als ze heel georganiseerd zijn.

Na de Arabische veroveraar van het Berber-gebied kwamen de Fransen, en de Spanjaarden en Engelsen. Maar de Berbers bleven, en in de jaren twintig van de vorige eeuw vocht Abd-el-Krim nog een guerilla-oorlog tegen de bezetters. Ook zijn gevecht leverde uiteindelijk geen vrije natie op voor de Berbers. De Berbers die zichzelf Amazigh - of in meervoud Imazighen – noemen, de vrije mensen.

En nadat tienduizenden Berbers mee hadden gevochten in het Franse leger in de tweede wereldoorlog om onder andere de Elzas te bevrijden, werden zij in grote getale aangetrokken als gastarbeiders. Ook in Nederland, al onderscheiden we ze dan zelden van de andere Marokkanen. Berbers hebben nog steeds geen eigen land. Vaak worden Berbers ook niet serieus genomen, of zelfs niet eens gezien als bevolkingsgroep. En toch zijn er over heel Noord Afrika naar schatting 15 tot 25 miljoen Berbers, die ook nog hun eigen varianten van de berber-taal spreken. Uit Algerije komen regelmatig geluiden dat de Berbers als groep worden onderdrukt, en zelfs vermoord. Dat zal toch niet komen omdat ze nog steeds “barbaren” worden genoemd?

Af en toe doen de Amazigh nog massaal pogingen om gehoord te worden, met grote demonstraties. Ook de laatste jaren nog. Maar hun geluid verdrinkt hier natuurlijk tussen alle andere nieuws. Een Egyptenaar in Cairo vertrouwde me ooit toe dat hij geen Arabier was, maar een “berber”. Een barbaar dus. Zoals hij het zei klonk het bijna als een geuzennaam.

Bronnen o.a.:

Terry Jones & Alan Ereira, Terry Jones' Barbarians, 2006
Bode Harenberg, Chronicle of the World, 1989 e.v.
Wikipedia

1 opmerking:

zilverui zei

In ieder geval hebben ze wel het klassieke verval patroon van ieder ooit groot rijk. Bovendien zitten er veel parallelen met een ander wat populairder volk, de Koerden.
Behalve dat de barbaarse Koerden het grootste gedeelte van het Oost Romeinse rijk ooit beheersten.
Och. Niets zo laag als de leiders van gisteren.