dinsdag 27 november 2007

Boterham


Ik rijd terug in de trein van mijn werk. Omdat ik een keer vroeg thuis wil zijn rijd ik mee in de spits, in een overvol klein treinstel. In mijn wagon zitten vlijtige intelectuelen zelfs op de grond te lezen in hun dikke boeken, of nog even een rapport te corrigeren. Omdat ik er ook te laat bij was voor een stoel, vlei ik mezelf maar tegen een wandje in het gangpad en probeer vergeefs niet te veel mensen te blokkeren. Gelukkig wringen velen zich toch nog wel langs me om dezelfde conclusie te trekken: die rare man staat niet voor niets in de weg.

Een lieve vrouwenstem schelt door de trein, en vertelt waar we heen gaan. En gelukkig legt ze ook uit dat het niet de bedoeling was dat we als sardines zouden reizen. Door een storing is er namelijk “veel te weinig materieel” beschikbaar. Zij biedt haar excuses vast aan namens de gehele Nederlandsche Spoorwegen. Dankjewel. Dat maakt toch uit, om te weten waarvoor ik sta, en dat het echt geen kwade inborst van de machinist betreft.

Enkele bankjes verderop bij het raam zit een mooi meisje te bellen. Ze is met snoertjes in haar oren verbonden met haar telefoontje alsof het zo gegroeid is. Haar zwart leren tas ligt netjes op schoot. Ze heeft een modieuze grijze gebreide muts, waar haar zorgvuldig doordacht onbezonnen blonde haar onder uit piekt. Haar bijpassende grijs vilten jas is netjes dicht geknoopt. Ze heeft net iets te veel mascara en pancake op haar gezicht, maar het staat wel mooi. Eigenlijk erg mooi, op deze afstand dan. Ze zou zeker niet misstaan in een modeblad.

Ik luister als vanzelf met haar gesprek mee. Helemaal niet netjes natuurlijk. Maar dat gebeurt gewoon, je kent het vast wel. Het mooie meisje blijkt warempel net een test gedaan te hebben. En ze is niet geslaagd, helaas. Misschien kijkt ze daarom een beetje zielig, en een beetje eenzaam tegelijk. Ze troost zichzelf met een paar chocoladebolletjes. Ze hebben haar gemeten, vertelt ze, en ze was te kort. Ze is namelijk maar één meter twee-en-zeventig. Of was het acht-en-zeventig? Het was in elk geval te kort. Hmmm. Dat klinkt aardig als een zaakje discriminatie, op lengte wel te verstaan.

Maar nog niet alles was verloren, vertelt ze, want ze zouden gaan kijken of ze dan toch nog ergens anders model voor zou kunnen zijn. Warempel. Het meisje dat er als een model uit ziet is zojuist afgewezen om model te kunnen zijn.

Het is dus overal het zelfde. Het maakt niet alleen uit of je iets kunt, of geschikt bent voor iets, maar ook of je toevallig voldoet aan andere criteria. Ook voor modellen. Je kunt nog zo hard werken aan je uiterlijk, je lijn, je haardracht, je enthousiasme, je professionaliteit. En nog kun je afgewezen worden, te dik genoemd worden, niet mooi genoeg, niet blank genoeg of gewoonweg niet geschikt. Sorry, je bent niet lang genoeg om op de catwalk te lopen.

Ach ja. Een beetje flauw. Ik hoop dat haar modellenbureau haar nog wel heeft gezegd dat ze erg mooi is, want dat is ze. En vast ook zonder make up. In het ruwe meteriaal voor een documentaire over Victor & Rolf zag ik eens een schokkend mooi en lang model solliciteren (en niet alleen mooi omdat ze op mijn vrouw leek). Ook zij werd zonder uitleg gedist. Waarom? Ik weet het niet.

Uiteindelijk doe je alles toch voor jezelf. Dus dan kun je maar beter dat doen waar je zelf in elk geval gelukkig mee bent. Niemand anders kan of zal zo consequent voor jouw gevoel en belang opkomen, omdat alleen jij je gevoel en belang kent. Niet wachten op anderen. Gewoon doorgaan.


Gelukkig lijkt het meisje dat ook wel te beseffen. Ze stopt nog wat chocoladebolletjes in haar mond. Of ze nog wat wil eten als ze thuis komt? Nee hoor, ze eet nu al iets. Wat ze dan eet? Een kleine pauze volgt. Ietwat geirriteerd zegt ze: gewoon, een boterham.


Geen opmerkingen: