dinsdag 7 februari 2012

Nee hoor, ik hoef niets

Ik wandel door Utrecht, ben gestrand op een doordeweekse dag. Overal winkels. Soms van dezelfde wel twee of drie keer een filiaal, op steenworp afstand van elkaar. Overal kan ik dingen kopen. Alles kan ik kopen. Alles behalve de gelukkige en of ontklede dames en heren die op meer dan levensgrote afbeeldingen aanprijzen wat en waar ik moet kopen.

Niet dat er heel veel mensen zijn om dingen te kopen. Het is een doordeweekse dag. Dan werken mensen. In elk geval de mensen die nog geld verdienen waarmee ze iets kunnen kopen. Die mensen komen pas in het weekend. Of op koopavond. Als de vaste krachten niet werken, maar juist de studenten.

Niet helemaal waar natuurlijk, want er zijn altijd wel mensen die wel vrij hebben. Of doen of ze vrij hebben. Maar zo 's ochtends kan ik rustig een uur een gesprek voeren met de winkelbediende terwijl er vrijwel geen andere klanten langskomen. Laat staan dat er iets wordt gekocht. Het kan vast wel uit. Anders was de winkel er niet meer. Dus vanmiddag zal het wel aantrekken met de klandizie, of wellicht compenseren de verkopen van de koopavonden en zaterdagmiddagen voor de rest van de week.

Overal staan spulletjes uitgestald. Stapels voorwerpen. Modieuze kledingstukken, design snuisterijen, electronisch speeltuig, boekerijen, drinkerijen, eterijen. Overal worden stil of minder stil waren aangeprezen. Met of zonder ontblote foto's. Wat mooi! Koop mij! Koop dit! Koop nog meer! Eigenlijk is de binnenstad veranderd in een grote continue middeleeuwse jaarmarkt.

Zoveel mensen die waren hebben gemaakt. Ook in het verre buitenland. Zoveel die het hier aanprijzen. Zoveel die concurreren om (mijn) tijd en aandacht. Allemaal om een beetje geld, of veel geld, en wat waardering te krijgen. Geld waarmee ze op diezelfde jaarmarkt, die bijna elke dag is, weer andere dingen kunnen kopen, van anderen. Anderen die ook aanprijzen, voor een beetje geld en aandacht. Om weer dingen te kunnen kopen...

Ik koop alleen niets. We hebben elkaar thuis beloofd deze maand niets te kopen, behalve als het nodig is voor onderhoud. Ik heb niets nodig. Ook niet wat ik misschien wel zou willen. Ik hoef het niet te kopen. Ik hoef het niet te willen. Ik hoef er geen tijd voor te maken in mijn dag, geen ruimte in mijn huis. Ik hoef niet. Ik ben blij.

Geen opmerkingen: