donderdag 26 mei 2011

Moeder van een Vriend

Er zijn heel veel mensen gekomen. De meeste ken ik niet, die komen waarschijnlijk uit de “tuin”. De volkstuintjes waar ze zo vaak mogelijk bivakkeerde, samen met haar man. Maar er zijn ook veel van mijn eigen vrienden, die kenden haar ook. Of ze zijn er nu voor haar zoon, die een goede vriend van ons is.

Ze was geliefd. Nee, ze is geliefd. Nog steeds. Want veel mensen zijn erg van slag af. En dat komt niet alleen door de fijne, voor mij onverwachte keus van muziek. Pa troost zoon. Zoon troost pa. Een meisje achter hen, ik weet niet wie, is in tranen.

Vaak dachten we wel onderling, dat het goed zou zijn als ze haar zoon los zou kunnen laten. En hij haar. Het leek soms wel alsof zij geen bestaansrecht had als ze niet voor hem kon zorgen, en hij geen bestaansrecht had als er niet voor hem gezorgd moest worden. Er ging dan ook altijd wel iets mis met hem, of met zijn gezondheid. Zo was zijn moeder weer ergens goed voor. En hij, ontslagen van alle verantwoordelijkheid, behalve een afhankelijke zoon te zijn voor zijn moeder, was ook weer ok.
Dat leek ons helemaal niet gezond. Wel heel lief. Maar niet gezond.

Nu begrijp ik dat zij haar as over zee wil laten uitstrooien. Want dan is er geen plek op het land, waar een aandenken van haar overlijden blijft. Niemand hoeft daar aan herinnerd te worden. Niemand hoeft zich schuldig, verdrietig of verantwoordelijk te voelen. Ze wist dat ze moest loslaten. Misschien was het wel een voortdurend dilemma. Voor iedereen willen zorgen, en er ook zijn – dat was zo, want de zaal zit vol. En tegelijk geen last willen zijn, los willen laten.
Volgens mij is het haar gelukt. Zorgen en loslaten. Nu wij nog.

Geen opmerkingen: