woensdag 27 oktober 2010

Holle Bolle Gijs

“Papier hier, papier hier”. Holle Bolle Gijs in de Efteling heeft nooit genoeg. Kinderen, ook de mijne, en hun ouders gooien graag iets in zijn mond. Dan zegt hij dankjewel. En even later heeft hij weer honger. Holle Bolle Gijs helpt heerlijk om te zorgen dat het schoon is. Want hij drijft mensen tot opruimen, en netjes zijn. Maar Holle Bolle Gijs heeft nooit genoeg. Er moet altijd meer in, ook als alles al is opgeruimd.

Holle Bolle Gijs lijkt een beetje op onze gezamenlijke banken, investeerders, kapitaalmarkten en speculanten. Ook zij helpen om te zorgen dat onze corvee gedaan wordt, door geld te investeren en dat vervolgens weer terug te eisen met wat winst er bij. Dat zorgt dat ondernemers wat harder werken, wat harder opruimen, wat harder produceren, wat drukker verhandelen, wat meer innoveren. Opgejaagd om toch maar die aflossing en rente op te brengen.

Maar ook deze Holle Bolle Gijs heeft nooit genoeg. Dan roept hij steeds harder – “papier hier, papier hier”. Waardepapier dan, natuurlijk. Er moet altijd meer in, ook als alles wat we willen al is gedaan.

Stel je voor dat je Holle Bolle Gijs echt tevreden probeert te stellen. En dat je hem iets voedzaams probeert te geven. Een stuk vlees of zo. Dan roept hij natuurlijk ook nog steeds dat hij honger heeft. Stel je voor, dat lief moedertje Gemeente dan langskomt, en hem voert. Want zij is zorgzaam. Ze voert hem alles wat er is. En als er niets meer is, dan voert ze hem wel een stukje van zichzelf. Zoals de kok die zo lekker voor de koning kon koken. Toen hij geen vlees meer had, stoofde hij zijn eigen voet. En toen zijn been. Enzovoort. Tot er niets over was. Dat doet dit lief moedertje Gemeente ook. Tot er niets van haar over is. Want aangenomen kindje Holle Bolle Gijs moet wel blijven groeien.

Stom? Hoezo? Dat doen Staat en Gemeente toch ook echt? Zij verkochten onze Nuts-bedrijven, en onze grond aan privé-partijen. Privatiseren heet dat. Soms werden er nog wel goede prijzen voor gehaald ook. Zo zag dat er op het moment van verkoop in elk geval uit. Goed, soms is de Staat nog echt aandeelhouder. Maar vaak genoeg is het recht gewoon echt verkocht. En gemeentegrond is ook maar beperkt – tot je je gemeente uitbreidt tot zijn uiterste grens.

Een paar jaar terug had moedertje Gemeente geprobeerd wat van haar wonden te laten helen in een kuuroord op IJsland. Icesave, zeg maar. Maar dat ging mis. Een andere Holle Bolle Gijs at haar arm daar op. Niets aan te doen. De plaatselijke Holle Bolle Gijs schreeuwde toen weer heel hard dat die ook werd opgegeten en nu nog meer honger had. Dus snel gooide vadertje Staat flink wat waardepapier in Gijs. Maar Gijs blijft roepen. Nu praten moedertje Gemeente en vadertje Staat welk been ze dan maar eerst zullen afzagen. Allebei eentje? Dan kunnen ze nog samen hinken tot Gijs weer begint te groeien. En als Gijs, onze financiële economie, weer groeit, dan gaat het vast beter. Dan gaan mensen weer produceren, opruimen, dingen doen. En misschien zelfs kunstbenen voor hen bouwen.

Maar Holle Bolle Gijs begon alweer te roepen. “Rente, rente, winst, winst, er was mij beloofd... ik wil meeeeer. Hongerrrr...”

Bah. Ik vind dit sprookje te gruwelijk. Kunnen vadertje Staat en moedertje Gemeente niet doen als alle gewone ouders in de Efteling? Die kijken of er nog papier of rommel is om in Gijs te gooien. En als er niets meer is geven ze Gijs en hun kinderen een aai over de bol. Straks als er weer rommel is voeren we hem wel. Ga maar spelen, en laat Gijs maar even roepen. Gijs heeft toch altijd honger.

Geen opmerkingen: