Voor me staat een zwetende, overcorpulente Engelsman. Enthousiast vertelt hij mij, en de rest van zijn publiek hoe hij een enorm vrijwilligersproject van de grond kreeg. Iedereen werkte met liefde mee, en duizenden gaven hun bijdrage in tijd, meedenken en moeite. Met een mysterieuze grijns stopt hij even, en kijkt ons aan. “En weet je nu waarom het werkte? Hoe we dat voor elkaar kregen?”
Onze spreker wacht nog even, en onthult dan zijn geheim: “We zeiden tegen iedereen dankjewel.”
En ze zeiden niet zomaar dankjewel, maar ze spraken iedereen achteraf nog eens persoonlijk aan om te bedanken. Iedereen kreeg credits in de film van het project. Iedereen stond persoonlijk op de titelrol. Die duurde dan wel een kwartier, maar dat geeft niet. Want iedereen zag zijn eigen naam.
Wow. Ik heb inderdaad wel meer van dat soort projecten gezien. Projecten met onbezoldigde vrijwilligers, die vaak niet meer dan een broodje of misschien een paar onkosten vergoed krijgen. Blije, trotse vrijwilligers waar de meeste werkgevers jaloers op zouden zijn. En zelf doe ik ook verdacht veel voor iemand die enthousiast dankjewel zegt, en het naar mijn gevoel meent. Mooie ogen en een prachtige lach helpen daar wel bij. Maar dat hoeft niet eens. Wat een kracht heeft zo'n dankjewel. Ongelooflijk.
Natuurlijk, zonder geld kun je niet leven. Zo werkt onze economie nu nog. Maar geld voelt zelden zo fijn als een gemeende dankjewel. Misschien kunnen bonussen daarom ook nooit groot genoeg zijn. Als er geen dankbaarheid en liefde aan zit. Geen medemenselijkheid.
Terwijl geld eigenlijk ook een soort geïnstitutionaliseerde manier is om dankjewel te zeggen. Het is een ruilmiddel. Maar het is ook een manier om iemand te bedanken voor wat hij of zij jou geeft. Misschien zouden we het er ook op moeten schrijven. Net als op de kassabonnetjes. “Thank you for your shopping”. Maar dan “Thank you for what you gave me. It's appreciated very much!”
En voor de hard core Nederlanders en oudere inheemse inwoners schrijf je op de achterkant van het bankbiljet: “Dank U voor wat u mij gaf. Ik waardeer het zeer!”. Heel veel briefjes geld met een beetje “Dankjewel” kracht. Briefjes van echt waarderingsgeld. Elke keer als je zo een transactie doet, wordt je ook herinnerd aan waarom je eigenlijk dingen doet. Niet alleen om te overleven. Maar ook voor elkaar. Voor waardering. Een beetje liefde in het klein.
Op grotere coupures zet je dan “Dank U voor uw bijdrage aan het geldverkeer”, of “Heeft u al iemand blij gemaakt door mij uit te geven?”. En misschien moeten de kleine briefjes juist grotere giften van dankjewel dragen. Misschien met “Knuffel!” of “Kusjes”. Of zou dat te ver gaan?
1 opmerking:
Spijtig is dat als je dit soort blijken van wellevendheid gaat automatiseren het net zo zielloos wordt als het geld waarop het geschreven wordt.
"Uw mening betekent veel voor ons, dus blijft u aan de lijn totdat u sterft van ouderdom"
Wellevendheid en dankbaarheid bestaan in het discourse van de interpersoonlijke relaties. En nergens anders.
We hadden een stuk minder gezeur met massa - bewegingen als we dat inzagen.
Een reactie posten