Ongelooflijk. Zoveel graan. We staan niet ver van de snelweg ergens in midden Duitsland. Ze zijn net begonnen met oogsten. Één man op een tractor, met een grote kar er achter aan. Een tweede combinatie, met twee man er op maait en dorst tegelijk. Af en toe komt hij naast de kar rijden, en lost hij met een lange buis een enorme stroom graan in de bak. Een derde machine, weer met één man, maakt nette pakketjes van de gemaaide stengels. Toekomstige pakjes hooi. Een vijfde man holt rond om hier en daar te helpen.
Vijf man oogsten snel de opbrengst van een enorm stuk land. Die zijn vanavond nog wel klaar. Ik schat dat het een hectare of vijfentwintig is. Misschien wel meer. Met zo'n zes ton graan per hectare is dat misschien wel honderdduizend kilo toekomstig meel. Tweehonderdduizend broden. Genoeg voor vijfhonderd tot duizend mensen, afhankelijk van hoeveel meelspijzen ze eten, een jaar lang. Een ongelooflijke prestatie.
Vroeger had je voor het zelfde werk veel meer mensen nodig. Alles moest met de hand. Of met paardenkracht. Misschien wel honderd keer zoveel. Toen hadden ze namelijk nog geen tractoren. Die tractor heeft heel veel werk overgenomen.
En heel veel mensen werkloos gemaakt. Want toen de tractor kwam waren zij niet meer nodig. Zij konden toen niet meekomen met de voortschrijdende technologie. Natuurlijk kwamen er wel nieuwe banen bij. Zoals tractorbestuurder, tractor-mecanicien en bandenpoetser. Maar er kwamen er lang niet genoeg bij om alle nieuwe werklozen van een inkomen te voorzien. Die hadden pech.
Natuurlijk profiteerden zij wel mee van het nieuwe, goedkopere meel. En wellicht konden ze wat bijverdienen als meel-venter. Ze hadden ook meer vrije tijd. Maar geen inkomen meer. En hoe hard de beleidsmakers toen ook geroepen hebben dat deze mensen moesten omscholen, de banen waren er toch niet voor ze. Vijfennegentig tot negen-en-negentig van de honderd die door de tractor werden vervangen, hadden eigenlijk geen werk meer.
Boeren die wel een beetje land hadden, maar niet genoeg om een dure tractor op te laten rijden, konden natuurlijk hun land wel verkopen. Hielden ze nog wat over. En had de tractor weer iets te doen. Maar de voormalig boer was dan ook zijn bron van leven op termijn kwijt – werk had hij niet meer.
Ook nu hebben we voortschrijdende technologie. Elke keer dat nieuwe technologie ons efficiënter maakt, worden partijen uit de markt gespeeld. Zij die niet mee kunnen komen worden nog wel eens aangekeken als arme stumpers.
Maar ergens is dat onzin. Dat “stumper” is alleen omdat zij niet alleen minder hoeven werken, maar ook hun inkomen kwijt zijn. Minder werken is niet het punt. Kun je langer vissen, of kijken hoe anderen aan het oogsten zijn. Maar geen inkomen hebben is in onze maatschappij funest. Als je er niet al fysiek op verliest, kom je wel in een sociaal gat terecht. Want bijstand of werkeloosheidsuitkering is nog steeds wel een beetje schandelijk, en qua hoogte niet altijd genoeg.
Het is niet de schuld van die arbeiders, ondernemers, mensen. Het is ook niet de schuld van die geweldige, efficiente, slimme tractor. Natuurlijk niet. De tractor geeft ons winst, overvloed. Het is aan ons hoe we die overvloed verdelen. Ook onder die bij-wijze-van-spreken vijfennegentig mensen die door de tractor, internet, trein, enzovoort werkeloos worden.
1 opmerking:
Er komen ook veel indirecte banen bij: alleen van een andere categorie. Van ongeschoold naar geschoold werk. Denk aan tractor ontwerper, milieuambtenaren, pompbediende (voor de benzine die in de tractor moet en bij mensen niet nodig was). Het verplaatst. Dat heet vooruitgang. EK
Een reactie posten